Les 4,3-online

4,3 verbrandingsreacties 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4,3 verbrandingsreacties 

Slide 1 - Tekstslide


Geef de reactievergelijking voor De verbranding van ijzer waarbij Fe2O3 als enige product ontstaat.

Slide 2 - Open vraag

Welke producten ontstaan bij de verbranding van CH4
A
CO2 + H2
B
C + H2
C
CO2 + H2O
D
CO + HO

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Volledig
Maximale hoeveelheid zuurstof bindt aan verbrandingsatomen

C in brandstof wordt CO2

Onvolledig
Te weinig zuurstof. 
Minder zuurstof bindt zich aan verbrandingsatomen

Ipv CO2 ontstaat er C of CO bij de andere verbrandingsatomen zie je geen verschil.

Slide 7 - Tekstslide

Les dinsdag A3b
4,3 volledig onvolledig
oefenen met nieuwe kennis

Slide 8 - Tekstslide

Volledig
Maximale hoeveelheid zuurstof bindt aan verbrandingsatomen

C in brandstof wordt CO2

Onvolledig
Te weinig zuurstof. 
Minder zuurstof bindt zich aan verbrandingsatomen

Ipv CO2 ontstaat er C of CO bij de andere verbrandingsatomen zie je geen verschil.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een onvolledige verbranding?
Een verbranding met ........
zuurstof
A
te veel
B
te weinig
C
geen
D
genoeg

Slide 10 - Quizvraag

Koolstofdioxide --> koolstofmono-oxide + zuurstof

Deze reactie is een:
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Geen verbranding
D
ontledings-reactie

Slide 11 - Quizvraag

Ethanol + zuurstof --> koolstofdioxide + roet + water

Deze reactie is een:
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Geen verbranding

Slide 12 - Quizvraag


A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming
D
Onvolledige verbranding

Slide 13 - Quizvraag

welke kleur vlam heeft een volledige verbranding?
A
geel
B
blauw

Slide 14 - Quizvraag

Welke stoffen ontstaan er bij de volledige verbranding van koolstofdisulfide (CS2)?
A
koolstofdioxide en zwaveldioxide
B
waterstof, koolstofdioxide en zwaveldioxide
C
waterstof en zuurstof
D
water en zwaveldioxide

Slide 15 - Quizvraag

welke omschrijving hoort hierbij?
4NH3+7O2>4NO2+6H2O
A
ontleding van ammoniak
B
dat kun je niet weten
C
verbranding van ammoniak
D
verbranding methaan

Slide 16 - Quizvraag

Welke producten ontstaan er bij de volledige verbranding van:
C2H5O2N
A
CO+H2O+NO2
B
CO+HO+NO2
C
CO2+HO+NO2
D
CO2+H2O+NO2

Slide 17 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over de brandstof wanneer de reactieproducten water en stikstofdioxide bevatten
A
De brandstof is HNO
B
De brandstof bevat de atoomsoorten H, N, O
C
De brandstof bevat de atoomsoorten C en H
D
De brandstof bevat de atoomsoorten H en N

Slide 18 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over de brandstof wanneer de reactieproducten kopersulfaat blauw kleurt en joodwater ontkleurd?
A
De brandstof bevat water en zwaveldioxide
B
De brandstof bevat de atoomsoorten H, S, O
C
De brandstof bevat water en koolstofdioxide
D
De brandstof bevat de atoomsoorten H en S

Slide 19 - Quizvraag

huiswerk..
Maak 4,3 helemaal
En LU 4,4 inleiding

optie: Maak filmpje waarbij je CO2 maakt en kaarsje blust... donderdag 18 maart af. 

Slide 20 - Tekstslide

Les maandag A3c
paar herhalingsvragen en daarna zelf werken aan inleiding 4,4

Slide 21 - Tekstslide

Welke stoffen zullen er ontstaan bij de verbranding van het gas diwaterstofsulfide?
H2S(g)+O2(g)>...
A
water en koolstofdioxide
B
water en zwaveldioxide
C
water, koolstofdioxide en zwaveldioxide

Slide 22 - Quizvraag

butaan + zuurstof --> koolstofdioxide + roet + water

Deze reactie is een:
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Geen verbranding

Slide 23 - Quizvraag


Als deeltjes sneller gaan bewegen...
A
Gaan de deeltjes verder uit elkaar
B
Gaan de deeltjes dichter naar elkaar toe
C
worden de deeltjes warmer
D
Knappen sommige deeltjes kapot

Slide 24 - Quizvraag

Als de temperatuur lager wordt...
A
gaan de deeltjes langzamer bewegen
B
gaan de deeltjes sneller bewegen
C
gaan de deeltjes harder trillen
D
gaat diffusie sneller

Slide 25 - Quizvraag

Een molecuul is opgebouwd uit?
A
Stof
B
Deeltjes
C
Atomen
D
Moleculen

Slide 26 - Quizvraag

Element of verbinding?
A
Element
B
Verbinding

Slide 27 - Quizvraag

Zie je een
element of een verbinding?
A
Element
B
Verbinding

Slide 28 - Quizvraag

molecuul en/of verbinding
A
molecuul
B
verbinding
C
Beiden

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel atomen waterstof?
(wit)

Slide 30 - Open vraag

Volgende les gaan we rekenen
Het is echt heeel belangrijk om de inleiding van lessonup te maken. 
Doe je dit niet gaat het lastig worden om mijn les te volgen.

Slide 31 - Tekstslide