Communicatie 21+16 argumentatieschema's + lichaamstaal

Communicatie 21+16
argumentatieschema's + lichaamstaal
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Communicatie 21+16
argumentatieschema's + lichaamstaal

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Huiswerk controleren + nakijken
10 min
-Herhalen argumentatiestructuren en argumentatieschema's
10 min
-Lichaamstaal
15 min
-Oefenen


35 min


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Ik weet wat non-verbale communicatie is en waarop ik kan letten bij lichaamstaal.
  • Ik kan lichaamstaal herkennen en benoemen. 
  • Ik kan uitleggen welk effect lichaamstaal heeft in een bepaalde situatie. 
  • Ik kan zelf voorbeelden van lichaamstaal geven en lichaamstaal bewust inzetten. 

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk controleren + nakijken
In Classroom staat een mapje met de titel "antwoorden". 
In dat mapje zie je de antwoorden van de gemaakte opdrachten van vorige week. 
Kijk zelf je werk (goed) na. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke soorten argumentatiestructuren zijn er?

Slide 5 - Woordweb

Enkelvoudige argumentatie
 Nevenschikkende argumentatie
Meervoudige onderschikkende argumentatieschema
Enkelvoudige onderschikkende argumentatieschema

Slide 6 - Sleepvraag

Vul het argumentatieschema op de juiste manier in.
Het idee om vossen terug te laten keren in de weilanden is onzin.
Vossen zijn helemaal nooit weggeweest (maar de vossenstand wordt op peil gehouden door goed wildbeheer).
Vossen moet je niet willen in een vogelrijke polder.
Vossen zullen vooral weidevogels en hun jonkies te grazen nemen.

Slide 7 - Sleepvraag

Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit. Je bent meer ontspannen en met je ogen dicht kun je beter luisteren, want je wordt nergens door afgeleid.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Met je ogen dicht kun je beter luisteren.
Je bent meer ontspannen.
Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit.
Je wordt nergens door afgeleid.

Slide 8 - Sleepvraag

De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist.
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
Er gaan dan veel leuke dingen gebeuren.

Slide 9 - Sleepvraag

Enkelvoudige argumentatie

Slide 10 - Tekstslide

Onafhankelijke onderschikking

Slide 11 - Tekstslide

Afhankelijke onderschikking

Slide 12 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie

Slide 13 - Tekstslide

Argumentatieschema's

Argumentatieschema --> Het verband tussen het argument en het standpunt.
Kenmerk --> Een kenmerk wordt op alles toegepast. Voorbeelden en voor- en nadelen horen er ook bij. 
Vergelijking --> Een vergelijking wordt één op één gemaakt. 
Causaliteit --> Een argumentatieschema op basis van een oorzaak en gevolg. Ook een doel-middelrelatie hoort erbij. 
Kritische reactie --> Je kan je kritisch afvragen of het gestelde argument wel een goed argument is. 
Drogredenen --> Het verkeerd of ten onrechte gebruiken van een bepaald argumentatieschema, ook wel een discussiefout. 

Slide 14 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
Argumentatieschema = 
de manier waarop in een tekst of tekstdeel
argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen
geeft de aard van het verband tussen een
standpunt en een argument
enkelvoudig
onderschikkend
nevenschikkend

o.b.v. oorzaak en gevolg
o.b.v. kenmerk of eigenschap
o.b.v. voor- en nadelen
o.b.v. voorbeelden
o.b.v. vergelijking
o.b.v. autoriteit

Slide 15 - Sleepvraag

Argumentatieschema
Het verband tussen standpunt en argument
oorzaak-gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
vergelijking
Het zal me niet verbazen dat we straks allemaal buikpijn hebben, want het vlees was slecht doorbakken.
Je moet zonnecellen op het dak plaatsen: dat is goed voor het milieu en voor je portemonnee.
Jeroen is eigenlijk nog een groot kind, want hij speelt het liefst nog met zijn piratenlego.
Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo vergat hij zijn deel van het dossier in te leveren en kwam hij niet opdagen bij de afspraak.
De Eerste Kamer heeft het verbod op de rituele slacht tegengehouden. Het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren over de vleestaks zal het dus ook niet halen.

Slide 16 - Sleepvraag

Lichaamstaal
Blz 86-87
Non-verbale communicatie --> alles wat je niet met woorden zegt.
Lichaamstaal --> je houding en gezicht spelen mee in communicatie. 
Houding en beweging --> hoe je staat, hoe je je hoofd, je schouders en je rug houdt. 
Gebaren --> wat doe je met je handen.
Gezichtsuitdrukking en oogcontact --> weergave van emoties. 
Situatie- en cultuurgebonden --> niet alles is in elk land hetzelfde. 

Slide 17 - Tekstslide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Communiceren paragraaf 16 opdracht 3, 4, 7, 8 en 9. 
Hoe?
Oefenboek blz 88-89.
Handboek blz 86-87.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 16:05.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Huiswerk volgende les, zie Magister. 

Slide 18 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet wat non-verbale communicatie is en waarop ik kan letten bij lichaamstaal.

Ik kan lichaamstaal herkennen en benoemen. 
Ik kan uitleggen welk effect lichaamstaal heeft in een bepaalde situatie. 
Ik kan zelf voorbeelden van lichaamstaal geven en lichaamstaal bewust inzetten. 

Slide 19 - Sleepvraag