Par 4.1: Een eigen bedrijf

Pak je wisbordje en

maak de volgende vragen:
* Wil jij later een eigen bedrijf hebben? Zo ja, welk  soort bedrijf?
* Welke ondernemingsvormen ken jij misschien al?
* Waar denk jij aan als je een product wilt verkopen?

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak je wisbordje en

maak de volgende vragen:
* Wil jij later een eigen bedrijf hebben? Zo ja, welk  soort bedrijf?
* Welke ondernemingsvormen ken jij misschien al?
* Waar denk jij aan als je een product wilt verkopen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H4
Hoe ondernemend ben je?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning van vandaag
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg 4.1
  3. Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... motieven noemen om een eigen bedrijf te starten
  2. ... verschillende ondernemingsvormen uitleggen (2)
  3. ... uitleggen dat aansprakelijkheid per rechtsvorm verschilt (2)
  4. ... het verschil tussen werknemer en werkgever aangeven.
  5. ... voorbeelden noemen van (niet) commerciële organisaties..

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Streven naar winst = risico
  • Tweetallen maken
  • Een idee, wat gaan jullie beginnen?
  • Waarom, wat wil je bereiken
  • Visie, doelstelling
  • Ondernemingsvorm, waarom motiveren?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Kamer van Koophandel
  • advies bij start
  • ondernemingsplan / -vorm (rechtsvorm)
  • informatie
  • handelsregister -> belastingdienst

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZZP-er


  • geen personeel (zelfstandige zonder personeel)
  • geen rechtsvorm!
  • kiest vaak voor eenmanszaak

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenmanszaak
Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft. De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.

Een eenmanszaak is geen rechtspersoon.

De eigenaar is daarom hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van het bedrijf.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtspersonen
Natuurlijke personen - De eigenaar van het bedrijf is aansprakelijk voor gemaakte schulden

Rechtspersonen - het bedrijf zelf is aansprakelijk voor gemaakte schulden.

Slide 10 - Tekstslide

Je levert diensten en/of producten.

Je vraagt hier meer voor dan de kostprijs: een (commerciële) prijs of uurtarief waar je geld aan verdient.

Je doet zaken met andere mensen dan alleen vrienden of familie en gaat ook de concurrentie aan met ondernemers die dezelfde of gelijkwaardige diensten of producten verkopen.
Een VOF
  • VOF staat voor Vennootschap Onder Firma
  • Twee of meer mensen eigenaar
  • Ook hoofdelijk aansprakelijk
  • Inkomstenbelasting

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je wisbordje en

maak de volgende vragen:
  1. Hoe wordt een ondernemingsvorm met meer dan 2 personen ook wel genoemd?
  2. Een belangrijk motief om te ondernemen is ...... naar .......
  3. Persoonlijk verantwoordelijk voor schulden van je bedrijf heet ook wel ............... ...............

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap). De eigenaren zijn aandeelhouders. Privé niet aansprakelijk. 
BV: Aandelen kunnen niet zomaar door iedereen worden gekocht
NV: Aandelen kunnen wel door iedereen worden gekocht (denk aan de beurs)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende rechtsvormen:
Commerciële organisaties:
Zonder rechtspersoon:               Met een rechtspersoon:
- Eenmanszaak                             - Besloten Vennootschap
- Vennootschap onder Firma    - Naamloze Vennootschap 


Niet commerciële organisaties:
Met een rechtspersoon:
- Vereniging (soms zónder rechtspersoon!)
- Stichting

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

        natuurlijk persoon    vs         rechtspersoon

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijk persoon of rechtspersoon?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 3H:
  • Leren: begrippen § 4.1
  • Maken: opdrachten 4, 5, 6, 8 t/m 11, opdracht 1 blz 122
  • Klaar? Kun je de leerdoelen afvinken? Maak het exit-ticket!
  • Meer oefenen? 4.1 blz 128
  • Meer uitdaging? 4.1 blz 130

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 3V:
  • Leren: begrippen § 4.1
  • Maken: 5, 7, 9 t/m 13 + opgave 1 t/m 3, blz. 130
  • Klaar? Kun je de leerdoelen afvinken? Maak het exit-ticket!
  • Meer oefenen? 4.1 blz 128

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies