Gezondheid (4)

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Goedemiddag!

Welkom bij de les

Hoe gaat het?

Programma

• Je leert meer over gezondheid

Oefenen: spreken

Het hoofd en het gezicht

Opdracht: Typ woorden over het hoofd en het gezicht.

Het hoofd en het gezicht:

Goed of fout?

Opdracht: Goed? Ga zitten. Fout? Ga staan.

1. Hij naar de dokter gaat.
2. Jullie gaan om 15.30 naar de tandarts?
3. Ga jij om 16.45 naar de huisarts?
4. De dokter gaat in mijn arm prikken.
5. Anouk gaat om 14.00 naar de apotheek.
6. Ik ga op mijn wond doen een pleister.
7. Gaat u in de wachtkamer zitten?
8. Zij gaat nu op haar been smeren de zalf.

Antwoorden

Opdracht: Goed? Ga zitten. Fout? Ga staan.

1. Hij naar de dokter gaat. fout
2. Jullie gaan om 15.30 naar de tandarts? fout
3. Ga jij om 16.45 naar de huisarts? goed
4. De dokter gaat in mijn arm prikken. goed
5. Anouk gaat om 14.00 naar de apotheek. goed
6. Ik ga op mijn wond doen een pleister. fout
7. Gaat u in de wachtkamer zitten? goed
8. Zij gaat nu op haar been smeren de zalf. fout

Spreken

Opdracht: Waar heeft zij last van? Waar heeft hij last van?

• Ik heb last van mijn ...
• Zij heeft last van haar ...
• Hij heeft last van zijn ...

Maak een zin

Opdracht: Kijk naar de foto. Schrijf een zin.

Einde van de les

Opdracht: We spelen een spel. Kijk naar het woord. Teken het. 

Team 1: 
Team 2: 

Oefen thuis

Opdracht: Oefen met de lichaamsdelen. 

Maak de woordzoeker.