Opdracht: Kijk naar het plaatje. Geef antwoord op de vragen.
Schrijf de zinnen in je schrift.
- Waar is Tim?
- Wie werkt bij de receptie?
- Hoeveel mensen zijn in de wachtkamer van de dokter?
- Waar is Eva?
- Wie maakt een afspraak bij de receptie?
- Waar is Koen?
- Wie is bij de tandarts?