Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
op TV/ het jaar/ de week
Vroeger of later?
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
nederlands
Secundair onderwijs
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vroeger of later?
Slide 1 - Tekstslide
gisteren
A
vroeger
B
later
Slide 2 - Quizvraag
verleden week
A
vroeger
B
later
Slide 3 - Quizvraag
vorig jaar
A
vroeger
B
later
Slide 4 - Quizvraag
over 5 jaar
A
vroeger
B
later
Slide 5 - Quizvraag
overmorgen
A
vroeger
B
later
Slide 6 - Quizvraag
ontbijten
A
vroeger
B
later
Slide 7 - Quizvraag
cinema
A
Slide 8 - Quizvraag
geboorte
A
vroeger
B
later
Slide 9 - Quizvraag
collega
A
vroeger
B
later
Slide 10 - Quizvraag
cursus Nederlands
A
vroeger
B
later
Slide 11 - Quizvraag
vakantie
A
vroeger
B
later
Slide 12 - Quizvraag
BRAVO!
Jullie hebben goed gewerkt!
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Het eerste kinderprogramma start om kwart voor 6.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Het laatste kinderprogramma is na de middag.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Om half 9 is het 'Hello Kitty'.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Tom en Jerry duurt 10 minuten.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Team Natuur komt na Casper.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
DE WEEK
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de eerste dag van de week?
Slide 21 - Open vraag
Welke dag komt na maandag?
Slide 22 - Open vraag
Welke dag is het vandaag?
Slide 23 - Open vraag
Welke dag was het eergisteren?
Slide 24 - Open vraag
Welke dag is het morgen?
Slide 25 - Open vraag
FEESTdag
WEEKdag
Weekend
Slide 26 - Tekstslide
Kerstmis is een feestdag.
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Mijn verjaardag is een feestdag.
A
dat klopt.
B
Dat klopt niet.
Slide 28 - Quizvraag
vrijdag is weekend.
A
dat klopt.
B
Dat klopt niet.
Slide 29 - Quizvraag
dinsdag is een weekdag.
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
In één jaar zijn dertien maanden.
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quizvraag
De dertigste oktober is op een maandag.
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
juli is een vakantiemaand.
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quizvraag
De maand mei heeft 31 dagen.
A
waar
B
niet waar
Slide 35 - Quizvraag
Zondag is een feestdag.
A
waar
B
niet waar
Slide 36 - Quizvraag
De laatste maand van het jaar is januari.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quizvraag
oktober en november zijn in de herfst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 38 - Quizvraag
De winter begint op 21 december.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 39 - Quizvraag
Allerheiligen is op 1 december.
A
dat klopt
B
dat klopt niet
Slide 40 - Quizvraag
Allerheiligen is een feestdag.
A
waar
B
niet waar
Slide 41 - Quizvraag
HEEL GOED!
Slide 42 - Tekstslide
VERBA
Slide 43 - Tekstslide
In de de school...
Noteer 2 verba
Slide 44 - Open vraag
In het station...
Noteer 2 verba
Slide 45 - Open vraag
In de supermarkt...
Noteer 2 verba
Slide 46 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
BT: Het jaar
December 2023
- Les met
33 slides
nederlands
Secundair onderwijs
BT: Het jaar
April 2021
- Les met
42 slides
nederlands
Secundair onderwijs
BT Tussentijdse herhalingsles
April 2021
- Les met
19 slides
nederlands
Secundair onderwijs
De kalender
Februari 2023
- Les met
10 slides
W.O.
Lager onderwijs
Les 23: De datum en de jaarkalender
Februari 2023
- Les met
18 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
Agenda - feesten - Halloween
Februari 2023
- Les met
28 slides
NT2
Hoger onderwijs
2. Nationale feestdagen
Oktober 2023
- Les met
28 slides
Allerheiligen en Allerzielen
Oktober 2023
- Les met
39 slides
Godsdienst
Lager onderwijs