Gesteentenkringloop 5H

De gesteentekringloop
App LessonUp installeren

 Endogene en Exogene processen
Domein Aarde
H5
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De gesteentekringloop
App LessonUp installeren

 Endogene en Exogene processen
Domein Aarde
H5

Slide 1 - Tekstslide

Gesteente groepen
  1. Stollingsgesteente
  2. Sedimentgesteente
  3. Metamorf gesteente

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kent de drie groepen gesteenten met de bekendste voorbeelden uit iedere groep. 
  • Je begrijpt hoe stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten ontstaan. 
  • Je begrijpt hoe de gesteentekringloop werkt als gevolg van de inwerking van endogene en exogene processen.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Ontstaan
Sedimentgesteente:
  • Sediment wordt afgezet door de rivier, wind of zee
  • Sediment plakt onder druk aan elkaar
  • Druk van bovenliggende sedimentpakketen


Slide 7 - Tekstslide

Uiterlijke kenmerken
Sedimentgesteente:
  • Gelaagd
  • Vaak met fossielen
  • Oorspronkelijke sedimentdeeltjes kunnen zichtbaar zijn

Voorbeeld: 

Slide 8 - Tekstslide

Sedimentgesteente
Sedimentgesteente ontstaat als sediment samengeperst wordt van losse korrels tot een vast gesteente
bv. zandsteen en schalie


Slide 9 - Tekstslide

Ontstaan
Stollingsgesteente:
  • Magma/lava stolt 
  • Basalt buiten de vulkaan
  • Graniet binnen in de aardkorst


Slide 10 - Tekstslide

Uiterlijke kenmerken
Stollingsgesteente:
  • Geen gelaagdheid
  • Geen fossielen
  • Mineralen zijn zichtbaar als aparte kristallen

Voorbeeld: 

Slide 11 - Tekstslide

Gesteentes: Stollingsgesteente
Gesteente is gestold, dus was vloeibaar
--> Endogeen proces!
Voorbeeld: Basalt, Graniet

Slide 12 - Tekstslide

Klei
Schalie
Schist
Leisteen

Slide 13 - Tekstslide

Marmer is een metamorf gesteente. Uit welk gesteente is marmer ontstaan?



A
Granier
B
Kalksteen
C
Schalie
D
Zandsteen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is erosie?
A
Uitschuren en afschuren van zacht gesteente
B
Uiteenvallen van gesteente
C
Uitschuren en afschuren van hard gesteente

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort gesteente is marmer?
A
metamorf gesteente
B
sedimentgesteente
C
stollingsgesteente
D
plooiingsgesteente

Slide 16 - Quizvraag

Wat is schalie?
A
gesteente uit klei
B
gesteente uit zand
C
Gesteente uit schelpen
D
Ander woord voor graniet

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor gesteente is dit?
A
Graniet
B
Basalt
C
Zandsteen
D
Schalie

Slide 18 - Quizvraag

Wat is verwering?
A
Uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer
B
Uiteenvallen van gesteente door plantengroei
C
Uiteenvallen van gesteente onder invloed van mensen

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor gesteente is dit?
A
Graniet
B
Basalt
C
Zandsteen
D
Schalie

Slide 20 - Quizvraag

De aardmantel is...
A
Vast gesteente
B
Vloeibaar gesteente

Slide 21 - Quizvraag

Welke van deze 4 is geen erosie?
A
Het afschuren van gesteente door wind
B
Het afschuren van gesteente door water
C
Het afschuren van gesteente door ijs
D
Het afschuren van gesteente door planten

Slide 22 - Quizvraag

Het gesteente in de aardmantel is vloeibaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Welk type gesteente is zichtbaar op de bijgevoegde afbeelding?
A
sedimentair gesteente
B
stollingsgesteente
C
afzettingsgesteente
D
metamorf gesteente

Slide 24 - Quizvraag

Metamorf gesteente kan niet verweren
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 25 - Quizvraag

De toppen van deze pilaren zijn gemaakt van …. (tov gesteente eronder)
A
zacht gesteente
B
hard gesteente

Slide 26 - Quizvraag

Bekijk de tekening. Welk antwoord is juist?
A
A= hard gesteente B= zacht gesteente
B
A=zacht gesteente B=hard gesteente

Slide 27 - Quizvraag

het is een ….
A
Sedimentair gesteente
B
Stollingsgesteente
C
Metamorf gesteente

Slide 28 - Quizvraag


Welk hoofdtype gesteente is dit?
A
Stollingsgesteente
B
Sedimentgesteente
C
Metamorf gesteente

Slide 29 - Quizvraag

Wat is Lava?
A
gesmolten magma
B
vloeibaar gesteente boven de aardkorst
C
vloeibaar gesteente onder
D
vast gesteente in de diepe mantel

Slide 30 - Quizvraag

Welke bewering is waar?
A
Erosie = verbrokkelen van het gesteente
B
Verwering = transport van het gesteente
C
Verwering = verbrokkelen v h gesteente
D
Erosie = verwering

Slide 31 - Quizvraag