Zonder verbranding gaat een cel dood.
Bij de verbranding in een cel is zuurstof en brandstof nodig.
De brandstof die vooral gebruikt wordt is glucose.
Glucose krijg je binnen door voedsel te eten.
Het bloed vervoert de zuurstof en de glucose naar al je cellen.
Bij het verbrandingsproces ontstaan verbrandingsproducten: koolstofdioxide en water en komt ook energie vrij.
Door die energie kunnen alle organen in je lichaam werken en blijft je lichaam op de juiste temperatuur.