klas 1 V/G: par. 3.2 Meten van welvaart en welzijn

3.2 Meten van welvaart en welzijn
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Meten van welvaart en welzijn

Slide 1 - Tekstslide

3.2 Welvaart en Welzijn meten

- Zelfstandig lezen 3.2
- Klaar? Stil zijn tot dat de timer afloopt.
- Moeilijke woorden in de tekst?
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Welvaart en Welzijn meten
Leerdoelen:
- ik kan het verschil tussen welvaart en welzijn uitleggen.
- ik kan uitleggen waarom het lastig is om te bepalen wat arme en rijke landen zijn.
- ik kan beschrijven uit welke indicatoren de Human Development Index (HDI) is opgebouwd.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Twee manieren om welvaart te meten

1. Bruto
Binnenlands Product per hoofd 
2. Beroepsbevolking

Slide 5 - Tekstslide

BPP/hoofd
De waarde van alle geproduceerde goederen  en diensten  in een land, gemeten over een jaar.
Beroepsbevolking
Inwoners die werken tegen betaling + werkelozen

Slide 6 - Tekstslide

Verdeling van de beroepsbevolking
Hoe zijn werkende mensen verdeeld over de sectoren:
- primaire sector = landbouw sector
- secundaire sector = industrie sector
- tertiaire sector = diensten sector


Slide 7 - Tekstslide

Primaire sector 
Primaire sector: Werk dat gericht is op het verbouwen van producten
Landbouw:  houden van dieren of verbouwen van gewassen voor menselijk gebruik
  • akkerbouw
  • Veeteelt
  • tuinbouw

Slide 8 - Tekstslide

Secundaire sector
Secundaire sector = industriesector
Grondstoffen worden verwerkt  tot een product
(of halffabricaat)

Slide 9 - Tekstslide

Tertiaire sector
Bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten -> dienstensector

Bijvoorbeeld bedienen in de horeca


Slide 10 - Tekstslide

Quartaire sector
  • dienstverlenende bedrijven die geen winst maken
  • scholen, ziekenhuizen, brandweer, defensie

Slide 11 - Tekstslide

Conclusie: Sectoren
- primaire sector zoals                     landbouw
- secundaire sector zoals               industrie
- tertiaire sector zoals diensten
- quartaire sector - geen                 winstoogmerk 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de secundaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening

Slide 13 - Quizvraag

Welk beroep valt onder de quartaire sector?
A
Melkveehouder
B
Treinmachinist
C
Docent aardrijkskunde
D
Lasser in staalfabriek

Slide 14 - Quizvraag

De primaire sector is..?
A
De industrie
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Sector voor onderwijs

Slide 15 - Quizvraag

Onder welke sector valt deze varkensboer?
A
De primaire sector
B
De secundaire sector
C
De tertiare sector
D
Geen van alle sectoren

Slide 16 - Quizvraag

Een manier om welzijn te meten

1. VN-welzijnsindex
(Levensverwachting, koopkracht en alfabetiseringsgraad)

Slide 17 - Tekstslide

Levensomstandigheden van de inwoners
1. Levensverwachting
Hoe oud inwoners gemiddeld worden. 
(Hygiëne, gezondheidszorg en voedselsituatie)
2. Koopkracht
Wat kan je kopen voor 1 euro?
Welvaart tussen landen vergelijken.
3. Alfabetiseringsgraad
Hoeveel inwoners boven de 15 jaar kunnen lezen en schrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is welzijn?
A
Dat geeft aan of het goed met iemand gaat.
B
Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in je behoeften.

Slide 20 - Quizvraag

Welvaart is:
A
Inkomen
B
Macht
C
Geluk

Slide 21 - Quizvraag

De wereld is ingedeeld in drie groepen

Slide 22 - Tekstslide

1. Centrumlanden

Slide 23 - Tekstslide

2. Semi-periferie

Slide 24 - Tekstslide

3. Periferie (ontwikkelingslanden)

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
aan de slag met opdrachten: 1 t/m 7 blz. 16 + 17


timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide