4.1 en 4.2 Welvaart en welzijn

  welvaart en welzijn
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

  welvaart en welzijn

Slide 1 - Tekstslide

planning
uitleg 4.1
zelfstandig aan de slag
quizje
pak je:
boek

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
-Als je klaar bent met deze paragraaf dan weet je wat het bbp/inwoner is.
-Als je klaar bent met deze paragraaf dan begrijp je dat de armoedegrens verschilt naar welvaartsgraad.
-Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je het verband tussen het bbp/inwoner en de verdeling van de beroepsbevolking uitleggen.
-Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je landen op basis van het bbp/inwoner indelen in vier categorieën.

Slide 3 - Tekstslide

Meten van welvaart
twee manieren om welvaart te meten zijn:
1.  Het bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd) van de bevolking.
2. De verdeling van de beroepsbevolking.


Slide 4 - Tekstslide

Hoe bereken je het bbp/hoofd?
Het bbp/hoofd is alles wat in een jaar in een land wordt verdiend gedeeld door het aantal inwoners.

Voorbeeld: In Nederland wonen 17 miljoen mensen. Het totale BBP is 697 miljard euro. Het bbp/hoofd is 697.000.000.000 : 17.000.000 = € 41.000. 

In het Afrikaanse Niger is het bbp/hoofd maar € 725.
Nederland is dus een rijker land (welvarender) dan Niger.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

De verdeling van de beroepsbevolking
Alle mensen die tegen betaling werken (plus de werklozen) horen bij de beroepsbevolking. De beroepsbevolking is verdeeld in drie sectoren:
  • De primaire sector (landbouw, mijnbouw, visserij)
  • De secundaire sector (industrie, ambacht, bouw)
  • De tertiaire sector (diensten, zoals handel, verkeer en overheidsdiensten)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welvaart en de verdeling van de beroepsbevolking

Slide 10 - Tekstslide

Landen indelen op welvaart
periferie 

Lage-inkomenslanden. 


- werken vooral in primaire sector

- productiviteit in de landbouw is laag

- veel mensen leven op/onder de armoedegrens
semiperiferie 

Lage-midden inkomenslanden

- rol wereldeconomie neemt toe

- werken vooral in de secundaire sector

- in de fabriek worden simpele producten gemaakt voor de export
semiperiferie 

hoge-midden inkomenslanden

- rol wereldeconomie best groot

- werken vooral in de secundaire sector, maar ook meer in de diensten.

- in de fabriek worden hoogwaardige  producten gemaakt.
centrumland

hoge inkomenslanden

- grootste kans op comfortabel leven

- productiviteit in industrie hoog door robottechnologie

- veel mensen werken in de tertiaire sector

Slide 11 - Tekstslide

Armoedegrens ontwikkelingslanden
In rijke landen ligt de armoedegrens vaak hoger dan in ontwikkelingslanden.
De Wereldbank hanteert een algemene armoedegrens van 1,25 dollar per dag.

Slide 12 - Tekstslide

Armoedegrens
Armoedegrens: De hoeveelheid geld die je minimaal nodig hebt. Dit verschilt van land tot land


Slide 13 - Tekstslide

zelfstandig aan de slag
Lees eerst paragraaf 1 in stilte
daarna maken opdracht: 1 t/m 4 + 6

Slide 14 - Tekstslide

zitten zoals de plattegrond
pak je laptop (nog dicht) en boeken

Slide 15 - Tekstslide

planning
uitleg 4.2 welzijn
zelfstandig aan de slag
quizje
pak je:
boek+laptop
(dicht)

Slide 16 - Tekstslide

  welvaart en welzijn

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen 
Als je klaar bent met deze paragraaf dan weet je hoe je het welzijn van een land meet.

Als je klaar bent met deze paragraaf dan begrijp je het verschil tussen de informele sector en de formele sector.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan begrijp je dat welzijn meer zegt over levensomstandigheden in een land dan welvaart.

Slide 18 - Tekstslide

wat is het BBP?
A
binnenlands banen product
B
bruto beroepsbevolking
C
bruto bestedingen
D
bruto binnenlands product

Slide 19 - Quizvraag

Het BBP van Nederland is hoger dan het BBP van China.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Wat wordt er gemeten in bbp of in bbp per hoofd van de bevolking.
A
Industrie
B
Landbouw
C
Diensten
D
Economische ontwikkeling

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent beroepsbevolking?
A
Mensen die een beroep doen met hun handen
B
mensen die in de landbouw werken
C
mensen met betaald werk of die op zoek zijn naar werk
D
Mensen die niet willen werken

Slide 22 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de secundaire sector?
A
Bakker.
B
Mijnbouwbedrijf.
C
Bouwvakker.
D
Lasser.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de armoedegrens?
A
De grens op de kaart waar armoede begint.
B
Hoeveel geld je elke dag nodig hebt voor eten, kleding en onderdak.
C
Geen eten, kleding en een huis kunnen kopen

Slide 24 - Quizvraag

De armoedegrens....
A
verschilt per land
B
is voor ieder land gelijk

Slide 25 - Quizvraag

Stel je werkt in een supermarkt dan werk je in de....
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
geen van deze drie

Slide 26 - Quizvraag

Stelling: een kapper werkt in de tertaire sector en een boer in de secundaire sector
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Welk beroep hoort niet bij de primaire sector?
A
Varkensboer
B
Visser
C
Loodgieter
D
Boswachter

Slide 28 - Quizvraag

wat is GEEN onderdeel van de armoedegrens
A
eten kunnen kopen
B
een dak boven je hoofd hebben
C
een goed ziekenhuis in de buurt hebben
D
kleding kunnen kopen

Slide 29 - Quizvraag

Periferie
Semi-Periferie
Centrum
Lanbouw
Primaire sector
Industrie
Diensten
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 30 - Sleepvraag

Welk verband bestaat er tussen de verdeling beroepsbevolking & de welvaart?
timer
1:00

Slide 31 - Open vraag

Hoe hoger de welvaart, hoe meer mensen in de dienstensector werken.

Hoe lager de welvaart, hoe meer mensen in de landbouw werken.

Slide 32 - Tekstslide

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in drie groepen:
  1. De centrumlanden = de meest ontwikkelde landen (koplopers)                      Veel mensen werken in de diensten, oftewel in de tertiaire sector.
  2. De semiperiferie = landen die flink aan het ontwikkelen zijn (volgers)          Veel mensen werken in de industrie, oftewel de secundaire sector.
  3. De periferie = de grote groep ontwikkelingslanden (achterblijvers)               Veel mensen werken in de landbouw, oftewel de primaire sector.

Slide 33 - Tekstslide

Formele en informele sector

  • Arme landen
  • Landbouw en industrie sector het grootst 
  • Geen officeel werk 
  • Betalen geen belasting
  • Rijke landen
  • Diensten sector het grootst
  • Betalen belasting
  • Officeel werk
 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

het welzijn
Rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden zoals gezondheid, scholing en voedsel. 

Slide 36 - Tekstslide

 Welzijn: 
de levensomstandigheden van de mensen
Berekent door de Human Development Index (HDI)
1. Levensverwachting
Hoe oud worden mensen gemiddeld als ze worden geboren
2. Koopkracht
Hoeveel je kan kopen
3. Alfabetiseringsgraad
Hoeveel % mensen kunnen lezen en schrijven

Slide 37 - Tekstslide

Welvaart en welzijn zegt dus iets over hoe ontwikkeld een land is.
Vaak hebben rijke landen ook een hoog welzijn.
Welvaart en welzijn zegt dus iets over hoe ontwikkeld een land is. Vaak hebben rijke landen ook een hoog welzijn. 

Wat valt je op aan de kaart? 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

lees eerst 4.2 helemaal
Aan de slag/Huiswerk
2,3,4,6 Van 4.2

Kijk daarna alles na

daarna -> geogeussr

Slide 42 - Tekstslide