Kantoor op het water

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5

Kantoor drijft op het water.

Nieuwsbegrip week 36

Voorspellen

VOORSPELLEN!

Welke woorden komen er volgens jou voor in de tekst?
Noem er minimaal 3.

Kantoor drijft op het water.

Wat weet je hier zelf al over?

Of wat kun je hierover bedenken?

Lastige woorden:

Rotterdam              problemen                   andere

bijzonder                 bedenken                     iedereen

geopend                  oplossingen                 restaurant

Nederland               speciaal

verschillende          helemaal

bijvoorbeeld            zonnepanelen

We lezen de inleiding.

Wat is er bijzonder aan het gebouw in Rotterdam?

1. Het is heel hoog.
2. Het drijft.
3. Het is heel smal.
4. Het is ingestort.

We lezen onder het kopje: 'vragen'. 

Vragen...... waarom gaat dit kopje over vragen? 

En wat willen ze dan vragen?

Door wie is het kantoor bedacht?

1. Door mensen die veel weten over het klimaat.
2. Door rijke mensen.
3. Door 3 directeuren.
4. Door meerder landen.

Wie werken er op het kantoor?

1. Mensen die veel weten over het klimaat.
2. Mensen die het weer presenteren.
3. Mensen die ook in de supermarkt werken.
4. Mensen uit meerder landen.

We lezen onder het kopje: 'het gebouw'. 

Gebouw...... waarom gaat dit kopje over het gebouw? 

En wat zullen ze ons dan vertellen over het gebouw?

Hoe ziet het gebouw eruit?

Waarom kan het gebouw makkelijk naar een andere plek?

1. Dat kan helemaal niet.
2. Het is van heel licht materiaal gemaakt.
3. Het gebouw kan makkelijk uit en in elkaar.
4. Het drijft.

We lezen onder het kopje: 'nog meer dingen die drijven'. 

Wat zullen ze ons dan vertellen over nog meer dingen die drijven?

En wat voor dingen dan?

Wie mogen er naar het restaurant en zwembad toe?

1. Mensen uit Rotterdam.
2. Iedereen .
3. Mensen met een pasje.
4. Rijke mensen.