TV 3 + 4 : "Monniken en ridders" en "Steden en Staten""



De Middeleeuwen
Tijdvak 3 (500 - 1000)
Tijdvak 4 (1000 - 1500)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les



De Middeleeuwen
Tijdvak 3 (500 - 1000)
Tijdvak 4 (1000 - 1500)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Dit heb je de afgelopen dagen gedaan.
  • Je leest TV3 helemaal (en globaal) door;
  • Je hebt vijf vragen beantwoord die staan vermeld op blz. 52
  • Je werkt verder aan de expeditie;
  • Je bekijkt deze aflevering van: Het verhaal van Nederland: 3. Friezen en Franken

Deze les:
  • Voorleesverhaal: Willibrord, Bonifatius en Liudger
  • TV3: monniken en ridders (deel 1)
  • Werkbladen
  • Wat neem je mee? Volgende week laatste les van deze periode

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1
De vroege Middeleeuwen 
(the Dark Ages)
500 - 1000 n Chr.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen monniken en ridders (TV3)


  • De student kan het hofstelsel (met horigheid) en leenstelsel in eigen woorden uitleggen.
  • De student kan een onbedoeld gevolg van het feodalisme (versnippering) kunnen verklaren + de oplossing die vorsten hiervoor hadden (geestelijkheid).
  • De student herkent de volgende personen en kan uitleggen wat hun functie was: Willibrord en Bonifatius
  • De student kan in eigen woorden uitleggen hoe de islam en het christendom ontstonden en zich verspreidden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Middeleeuwen (500 - 1500)

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorleesverhaal
De tijd van de monniken

Willibrord, Bonifatius en Liudger

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Dit was de laatste dia uit de les van tijdvak 2!.

Links: romeinse rijk op zijn hoogtepunt, rechts: romeinse rijk verdeeld in oost en west
Volksverhuizingen 5e en 6e eeuw n.Chr: Veer germanen woonden al in het romeinse rijk en germanen slaan op de vlucht voor de hunnen.

Slide 10 - Tekstslide

Geestelijkheid: de mensen van de kerk
Adel: de mensen die grote stukken grond bezaten, bestuurstaken hadden en/of legers aanvoerden.
Derde stand: de mensen die werkten, boeren, ambachtslieden etc.

Slide 11 - Tekstslide

Benoemingswaardig: als je bij een heer (machtige boer) aanklopte voor plek gaf je wel al je vrijheden op. Hier wordt nog stil bij gestaan in de komende dia’s. Er waren ook boeren die dit niet deden en zij bleven gewoon vrije boeren. Afhankelijk van de plaats waar je woonden en de mate van veiligheid bepaalde of je deze keuze maakte.

Vraag: Wat zou jij doen? Want je was niet verplicht bij een ander aan te kloppen, maar je raakt wel je vrijheid kwijt.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Het hofstelsel had 2 delen. Een deel voor de heer en een deel voor de horigen. Het gebied van de heer was het huisje/mini kasteel op de heuvel. De rest was in principe van de horigen, maar het was niet zo mooi als dat je zou denken. In de praktijk hadden de horigen het erg zwaar en je maakte lange diensten. Op het plaatje rechts ziet het er ook niet zo gezelligheid. Horigen = de boeren die werken op het land, wordt ook wel horigheid genoemd.

Noem voor- en nadelen van het hofstelsel voor zowel de horigen als de heer.

Slide 15 - Open vraag

Horigen: nadeel = vrijheden opgeven, (deel)oogst afstaan, voldoen aan bepaalde plichten (herendiensten)
Voordeel = bescherming krijgen van de heer, deel van de oogst houden, vrij zijn op zondag
Heer: nadeel = verantwoordelijk voor de horigen en hun omstandigheden (moest bescherming geven, deel grond in bruikleen)
voordeel = verdiende aan de horigen (betalen in natura), horigen vechten in oorlogstijd om de heer te beschermen, horigen zijn trouw, horigen verrichten herendiensten.
Einde deel 1

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkbladen
TV1, TV2 en TV3

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga de aankomende dagen doen?
  • Maak alle opdrachten werkboek TV3 
  • Kijk naar aflevering 4 van 'het verhaal van Nederland': ridders en graven
  • Werk verder aan de expeditie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2
Karel de Grote

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Dit heb je de afgelopen dagen gedaan:
  • Je hebt alle opdrachten werkboek TV3 gemaakt;
  • Je hebt aflevering 4 van 'het verhaal van Nederland' bekeken;
  • Je hebt verder gewerkt aan de expeditie.

In deze les:
  • Video: Karel de Grote
  • Theorie: het Feodale stelsel (leenstelsel)
  • Opdrachten: werkboek
  • Afsluiting periode: diagnostische toets, samenvatting TV3, afronding en uploaden bewijsstuk expeditie.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over:
Karel de Grote?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Recap
Welke informatie is met je gedeeld?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karel de Grote kroont zichzelf in 800 tot keizer, waarom is dit bijzonder?

Slide 25 - Open vraag

Opmerkelijk is dat KdGr zich tot keizer kroont, want dat was juist iets typisch voor de tijd van de Romeinen. Hieruit blijkt dus dat ze een zekere waardering hadden voor die cultuur en dit toch nog ergens in stand willen houden. Hij was overigens ook de eerste keizer sinds de val van het Romeinse Rijk.

Het feodale stelsel

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op en omschrijf in twee zinnen:
Het feodale stelsel

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

814
Karel de Grote sterft

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Versnipperingsprobleem: leenmannen gaan gebieden ook uitlenen en doorgeven van vader op zoon, dit is natuurlijk niet de bedoeling en zo versnipperd het hele land in allemaal kleine machthebbers.  er werd wel een oplossing op bedacht, namelijk geestelijkheden neerzetten, want die kregen toch geen kinderen. Maar hier ontstaat wel het probleem dat geloof en wereldlijke macht in elkaars vaarwater gaan zitten.

Opdrachten
Oriëntatievragen
3.1 Leven van het land
3.2 Het Frankische Rijk
Woordzoeker

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting periode
  • Maak de diagnostische toets van TV3
  • Maak de (Cornell) samenvatting van TV3
  • Rond de expeditie af en upload bewijsstukken op it's learning

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies