5.4 Budgetteren

5.4 Budgetteren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

5.4 Budgetteren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen aan kunt pakken.
  • Ik kan aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen kunt voorkomen.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
In de vorige les hebben we het gehad over sparen en interen.
Wie kan mij hier nog iets over vertellen?

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is het belangrij om op te letten hoeveel geld je uitgeeft?

Slide 4 - Woordweb




Soorten uitgaven


  • dagelijkse huishoudelijke uitgaven
  • vaste lasten
  • incidentele uitgaven 

Slide 5 - Tekstslide

Tot welke soort uitgaven behoort het kopen van boodschappen?
A
dagelijkse huishoudelijke uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 6 - Quizvraag

Tot welke soort uitgaven behoort de contributie van een voetbalclub?
A
dagelijkse huishoudelijke uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 7 - Quizvraag

Budgetplan
Dit is een overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven.
Dit kun je gebruiken om financiële problemen te voorkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Bezuinigingen
Minder geld uitgeven.
Wanneer je geld tekort komt, moet je gaan bezuinigen en nieuwe budgetten vaststellen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is budgetteren?
A
dagelijkse huishoudelijke uitgaven controleren
B
vaste lasten betalen
C
incidentele uitgaven
D
inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Voorbeeld
Lizzy krijgt 15 euro zakgeld per week. 
Hoeveel krijgt zij dan per maand?
  1. Eerst uitrekenen naar jaar
  2. Dan uitrekenen naar maand
15 (euro)x52 (weken)= 780 euro
780:12 (maanden)= 65
Dus Lizzy krijgt 65 euro zakgeld per maand.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Jarno verdient 130 euro per maand.
Hoeveel verdient hij dan per week?
  1. Eerst uitrekenen naar jaar
  2. Dan uituirtekenen naar week
130x12 (maanden)=1560 euro
1560:52 (weken)= 30
Dus Jarno verdient 30 euro per week.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Als je niet uitkomt met je geld...
  • goedkoper inkopen
  • minder inkopen
  • aankoop uitstellen
  • extra inkomsten zoeken
  • interen 

Slide 15 - Tekstslide

Nu gaan jullie aan het werk:
Jullie gaan eerst de tekst lezen van parargraaf 5.4 
en daarna maken!!

Succes!!

Slide 16 - Tekstslide