5.4 Budgetteren

H5 Rondkomen
5.4: Budgetteren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5 Rondkomen
5.4: Budgetteren

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Terugblik 5.3
Uitleg 5.4
Opdrachten maken


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik: 
  • aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen kunt aanpakken
  • aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen kunt voorkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om op te letten hoeveel geld je uitgeeft?

Slide 4 - Woordweb

Uitgavensoorten

Slide 5 - Tekstslide

Tot welke soort uitgaven behoort het kopen van boodschappen?
A
Dagelijkse huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven

Slide 6 - Quizvraag

Tot welke soort uitgaven behoort de contributie van een voetbalclub?
A
Dagelijkse huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven

Slide 7 - Quizvraag

Budgetplan
Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven.
Dit kun je gebruiken om financiële problemen te  voorkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Begroting & budgetteren
Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren
Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten

→ dus geen geld tekort komen

Slide 9 - Tekstslide

Bezuinigen
Minder geld uitgeven. 
Wanneer je geld te kort komt, moet je gaan bezuinigen en nieuwe budgetten vaststellen. 


Slide 10 - Tekstslide

Wat is een budgetteren?
A
Dagelijkse huishoudelijke uitgaven controleren
B
Vaste lasten betalen
C
Incidentele uitgaven
D
inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen

Slide 11 - Quizvraag

Hoe rekenen we de wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse kosten uit?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld:
Jacko krijgt €15 zakgeld per week. Hoeveel krijgt hij per maand?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar maand
  • 15 x 52 = 780
  • 780 : 12 = 65
  • Jacko krijgt €65 per maand zakgeld

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld:
Jarno verdient €130 per maand. Hoeveel verdient hij per week?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar week
  • 130 x 12 = 1560
  • 1560 : 52 = 30
  • Jarno verdient €30 per week

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Als je niet uitkomt met je geld..
 - goedkoper inkopen
- minder inkopen
- aankoop uitstellen
- extra inkomsten zoeken
                     - Interen                        

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 5.4
Heel veel succes!

Slide 18 - Tekstslide