In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Onderdelen in deze les
Het menselijk lichaam
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Beenderen (stelsel)
Organen
Spijsvertering (stelsel)
Ademhaling
Bloedsomloop (transportstelsel)
Uitscheiding (stelsel)
Slide 3 - Tekstslide
Beenderen
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Schedel
De schedel bestaat uit wel 22 botten die bijna allemaal met elkaar vergroeid zijn.
Ze kunnen dus niet bewegen. Alleen de onderkaak kan nog bewegen.
Slide 7 - Tekstslide
Wist je dat?
Een volwassenskelet bestaat uit 206 botten
Functies:
Vorm en stevigheid
Bescherming
Beweging
De botten bestaan uit de volgende materialen: kalk(zouten) en lijmstof.
Kalk zorgt voor hardheid
Lijmstof ->buigzaamheid
Slide 8 - Tekstslide
Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten
Slide 9 - Quizvraag
De botten van kinderen zijn...?
A
Buigzaam
B
Hard
Slide 10 - Quizvraag
Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging,
vormgeven, stevigheid en bescherming
Slide 11 - Quizvraag
Wat wordt aangegeven met 1?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen
Slide 12 - Quizvraag
Noem eens een ander woord voor botten?
A
Skelet
B
Beenderen
C
Geraamte
Slide 13 - Quizvraag
Organen
Slide 14 - Tekstslide
Machine kamer van het lichaam.
De hersenen hebben veel verschillende functies en elk onderdeel van je hersenen neemt een deel van deze functies op zich. De hersenen zijn vooral belangrijk voor het besturen van je lichaam. Beweging, gevoel, gedrag en dingen als lichaamstemperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk worden hier ook geregeld. Ook zijn je hersenen belangrijk voor geheugen, bewustzijn en emoties.
Het hart is een holle spier in onze borstkas dat ons bloed doorheen het lichaam pompt.
Bij een volwassen persoon pompt het hart zo een 70 keer per minuut. Per minuut wordt er ongeveer 4 à 5 liter bloed rondgepompt.
Je nieren verwijderen afvalstoffen. Ze zorgen voor genoeg vocht en zout in je lichaam. Regelen je bloeddruk en maken hormonen aan die zorgen voor voldoende rode bloedcellen. Ze houden je lichaam gezond.
De lever zorgt voor de opbouw, opslag en afbraak van energierijke stoffen.