1. Aan het begin van elke zin.
Bijvoorbeeld: De man laat de hond uit.
2. Een eigen naam of merknaam.
Bijvoorbeeld: Sharon, Max, De Vries, Nike, Apple
3. Aardrijkskundige namen: straat, stad, land, werelddeel, rivier, enz.
Bijvoorbeeld: Kerkstraat, Amersfoort, Spanje, Europa, Maas.
4. Feestdagen
Bijvoorbeeld: Pasen, Kerstmis, Hemelvaart