GL1HV ch 5 bijvoegl. nmw les 1

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
frMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke bijvoeglijknaamwoorden ken je al in het Nederlands?

Slide 2 - Woordweb

corrigez!
Exercice 30a
1 Mon frère est petit.
2 Mon père est grand.
3 Mon frère est drôle.
4 Ma sœur est petite.
5 Ma mère est grande.
6 Mes frères sont drôles.



Exercice 30b
Het bijvoeglijk naamwoord krijgt soms een of meerdere extra letters (-e, -s).


Slide 3 - Tekstslide

Een frans bijv. nw. zegt iets over?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt je op?

Slide 7 - Woordweb

Aantekening!
- Het bijvoeglijknaamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord: 
La fille est petite 
 Le garçon est petit


Slide 8 - Tekstslide

Aantekening!
- eindigt het bijv.nw. op een -e? dan krijgt de vrouwelijke vorm GEEN extra -e
le garçon est timide
la fille est timide

-eindigt het bijv.nw. op een -s?  dan krijgt de mannelijke vorm in het meervoud GEEN extra -s
un éléphant gris
deux éléphants gris

Slide 9 - Tekstslide

Au travail!
Faites exercices
 30 d + 30 e 
31 b + 31 c + 31 d 

Je mag in 2 tallen werken!
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

corrigez!
Exercice 30d
1 bleue
2 noires
3 vert
4 petite
5 vert
6 grands

Exercice 30e
Manon a les cheveux (m mv) (1) blonds. Elle porte des lunettes (v mv) (2) noires avec un sac à dos (3) gris.
Hugo a les yeux (m mv) (4) verts. Il porte un jean (5) bleu. Il porte aussi un T-shirt (6) noir. Il a deux chiens (7) blancs/gris.

Exercice 31b
1 drôle
2 française
3 intelligente
4 calme
5 triste
6 petite
7 blonde
8 élégante



Slide 11 - Tekstslide

corrigez!
Exercice 31c
1 petits
2 contentes
3 mauvais
4 rouges
5 français


Exercice 31d
1 calme
2 petite
3 bleue
4 noirs
5 gris

Slide 12 - Tekstslide

G    phrases clés
tu es comment?
ex 27 b,c,d
werk in duo's 
( de leerlingen die thuis werken kunnen hun duo partner via Teams bellen en zo de spreekvaardigheid oefenen)
ex 27b

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide