Woordenschat "Honderdplussers"
1 / 12
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
escaleren
A
steeds erger worden
B
er tussenuit knijpen
C
de trap opgaan
Slide 2 - Quizvraag
Wat is hygiëne?
A
Alles wat je doet om besmetting tegen te gaan.
B
Alles wat je doet om verspreiding van bacteriën en infecties te voorkomen.
C
Tegengaan verspreiding van ziekteverwekkers
D
Tegengaan van vieze luchtjes, zoals zweet
Slide 3 - Quizvraag
Achter de geraniums zitten.
A
gek zijn op geraniums
B
thuiszitten en niets te doen hebben
C
iets te verbergen hebben
D
overspannen zijn/een burn-out hebben
Slide 4 - Quizvraag
Een enkeling is:
A
Maar één persoon
B
Vele personen
Slide 5 - Quizvraag
Gemiddeld betekent:
A
het midden van een land
B
het middel van je lichaam
C
iets dat door de helft is geknipt
D
het meest voorkomend
Slide 6 - Quizvraag
Factor
"Die factor speelt een grote rol bij oud worden"
"Die factor speelt een grote rol bij oud worden"
A
iets dat
heel belangrijk is
B
een gegeven
C
iets onbelangrijks
D
iets van de boerderij
Slide 7 - Quizvraag
"De show was spectaculair."
Wat betekent spectaculair?
Wat betekent spectaculair?
A
indrukwekkend
B
saai
C
vreselijk
Slide 8 - Quizvraag
Beklom is de verleden tijd van het werkwoord beklimmen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Genezen betekent beter worden / gezond worden?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent het woord: "avonturier"
A
Iemand die avonturenboeken schrijft
B
Iemand die in een sprookje leeft
C
Iemand die erop uit gaat om van alles te beleven
D
Iemand die vaak avonturen beleeft
