Thema 2 basisstof 4 KGT

basisstof 4 de organen voor vertering
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

basisstof 4 de organen voor vertering

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen


6 Je kunt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel benoemen.
7 Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

verteringsstelsel
de vetering begint bij de mond en eindigt bij de kont.

de route van het voedsel is als volgt: mondholte-slokdarm-maag-twaalfvingerige darm- dunne darm-dikke darm- endeldarm- anus.

Slide 4 - Tekstslide

vertering
de voedingsstoffen die in voedingsmiddelen zitten moeten eerst beschikbaar gemaakt worden zodat deze in het bloed opgenomen kan worden.

de voedingsmiddelen worden in het verteringsstelsel omgezet in voedingsprocducten.

Slide 5 - Tekstslide

mondholte.
vertering start in de mond.
in de mond liggen speekselklieren die een enzym uitscheiden-> speeksel
speeksel verteerd zetmeel.

tong duwt het eten de slokdarm in.
het strotklepje sluit de luchtpijp af bij het doorslikken.

Slide 6 - Tekstslide

maag
de maag is constant in beweging door het samentrekken van de kringspieren en lengtespieren in de wand van de maag. 
de kringspier aan het einde van de maag (maagportier) laat af en toe voedsel uit de maag naar de twaalfvingerige darm. de maag dient daarom als een tijdelijke opslag plaats. 

in de wand van de maag zitten maagsapklieren deze produceren maagsap. maagsap bestaat uit water, zoutzuur en enzymen. maagsap breekt eiwitten af.

Slide 7 - Tekstslide

twaalfvingerige darm
na de maag komt de voedselbrei terecht in de twaalfvingerige darm.

de lever en de alvleesklier zijn verbonden aan de twaalfvingerige darm.

na de twaalfvingerige darm komt het eten terecht in de dunne darm.

Slide 8 - Tekstslide

lever
de lever produceert gal.

het gemaakte gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas. 

via de galbuis komt het gal in de twaalfvingerige darm 

Slide 9 - Tekstslide

gal
gal emulgeert vetten.

vet lost niet op in water maar vormen juist grote vetdruppels. 

gal breekt de grote druppels af in kleinere druppels zodat ze makkelijk verteert worden.

Slide 10 - Tekstslide

alvleesklier
de alvleesklier produceert alvleessap (enzym).

alvleessap breekt eiwitten, koolhydraten en vetten af.

Slide 11 - Tekstslide

dunne darm
de dunne darm is ongeveer 8 meter lang.
in de darmwand zitten darmsapklieren die darmsap (enzym) maken. deze verteren eiwitten, koolhydraten en vetten. 

de wand van de dunne darm is ook sterk geplooid.  in deze plooien zitten uitstulpingen->darmvlokken
in de darmvlokken zitten bloedvaten en de wand hiervan is heel dun. 

In de dunne darm wordt water en de verteringsproducten opgenomen in het bloed.

Slide 12 - Tekstslide

blinde darm
de overgang van de dunne darm naar de dikke darm noemen we de blinde darm.

bij een blinde darm ontsteking is het wormvormige aanhangsel ontstoken. deze heeft geen functie.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

dikke darm
de dikke darm is 1,5 meter lang

in de dikke darm wordt het laaste beetje vocht opgenomen.

na de dikke darm wordt de voedselbrei die we nu ontlasting noemen tijkdelijk opgeslagen in de endeldarm waarna het doorgaan van de anus het lichaam verlaat.

Slide 15 - Tekstslide

huiswerk
maak digitaal de opdrachten van thema 2 paragraaf 4.




Slide 16 - Tekstslide