Grammatica 2 - Meervoud /Plurals

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson goal

Ik kan meervoudsvormen maken.

Ik kan de regels toepassen.

Ik kan onregelmatige meervoudsvormen herkennen.




Slide 2 - Tekstslide

Meervoud maken : 

The general rule in English for forming plurals is add -s
cat - cats
piano - pianos
pen - pens
book - books

In Engels gebruiken we nooit ('s) om een woord in het meervoud te maken!!


Slide 3 - Tekstslide

 Sommige woorden met een (o)
krijgen -es
echo - echoes
tomato - tomatoes
potato - potatoes
mosquito - mosquitoes
torpedo - torpedoes
volcano - volcanoes

Slide 4 - Tekstslide

Woorden met een sis-klank 
 : ch - sh - ss - s -x -z
: add -es


church - churches

dress - dresses

fox - foxes


Slide 5 - Tekstslide

Woorden die eindigen met –y ​
dan wordt -y - i + es
country - countries

 family - families

city - cities


Slide 6 - Tekstslide

 Sommige woorden met  –f​ /-fe
krijgen –v +es
shelf - shelves

wolf - wolves

knife - knives

Slide 7 - Tekstslide

uitzonderingen
man 
tooth
goose
mouse
foot
**Learn by heart **

Slide 8 - Tekstslide

Woorden die altijd in het meervoud staan:


CATTLE​
PEOPLE​
YOUTH​
SURROUNDINGS​
SHEEP


Slide 9 - Tekstslide


A
boxes
B
boxxes
C
bosses
D
boxees

Slide 10 - Quizvraag


A
babys
B
babies
C
babie's
D
baby's

Slide 11 - Quizvraag


A
Butterflies
B
butterflys
C
butterflie's
D
butterfly's

Slide 12 - Quizvraag


A
brushes
B
brush's
C
brushs
D
brushies

Slide 13 - Quizvraag


A
monkey's
B
monkies
C
monkie's
D
monkeys

Slide 14 - Quizvraag


A
ponys
B
ponies
C
pony's
D
ponie's

Slide 15 - Quizvraag


A
bus's
B
buss
C
buses
D
busses

Slide 16 - Quizvraag


A
leaves
B
leafes
C
leafs
D
leaf's

Slide 17 - Quizvraag


A
faces
B
face's
C
facies
D
facces

Slide 18 - Quizvraag


A
mouthees
B
mouth's
C
mouthens
D
mouths

Slide 19 - Quizvraag


A
first laddies
B
first ladys
C
first ladies
D
first lady's

Slide 20 - Quizvraag


A
modelles
B
modellen
C
models
D
modelens

Slide 21 - Quizvraag


A
bodys
B
bodies
C
boddies
D
body's

Slide 22 - Quizvraag


A
wives
B
wifies
C
wifes
D
wife's

Slide 23 - Quizvraag

What do you know about Plurals?

Slide 24 - Open vraag

Which emoij(s) best represent(s) how you feel after today's lesson?

Slide 25 - Tekstslide