Kt2 3.2 question tags - recap

the promise
timer
1:00
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

the promise
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Question tags 

Recap ( voor de repetitie)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Tag questions
positive sentence = negative tag



negative sentence = positive tag

Slide 4 - Tekstslide

Question Tags
You understand this, don't you?

Slide 5 - Tekstslide

How would you translate: You like chocolate, don't you?

Slide 6 - Open vraag


Question Tags
Why do the British use a Question Tag?
A
Daarmee stel je een vraag.
B
Om de vraag nogmaals kort te herhalen.
C
Om om bevestiging te vragen.

Slide 7 - Quizvraag

Question tags
She sings beautifully,____?

A
isn't it?
B
doesn't she?
C
didn't she
D
don' t she

Slide 8 - Quizvraag

Question Tags
Which sentence is correct?
A
Tom is very strong, is he?
B
Tom is very strong, isn't he?
C
Tom isn't very strong, isn't he?

Slide 9 - Quizvraag

Question tags:
When the main clause is [...]
the tag is [...]
A
positive, positive
B
negative, positive
C
positive, negative
D
negative, negative

Slide 10 - Quizvraag

Question tags
You have never been in Paris,_____?
A
haven't you
B
do you?
C
didn't you?
D
have you?

Slide 11 - Quizvraag

Question Tags
Finish the sentence: Peter is very funny, .... ...

Slide 12 - Open vraag

QUESTION TAGS
Your sisters are much older than you, ___?

Slide 13 - Open vraag

1. Herhaal de vorm van 'to be' (am/are/is)  
Is de zin positief (+), dan wordt de tag question negatief (-)     
Is de zin negatief (-), dan wordt de tag question positief (+)    (+) Sanne is late for school, isn't  she?  (-) 
       (-)  Naomi  isn't  late for school, is  she? (+)
       (+) We  are  late for school, aren't  we? (-) 
       (-) Sem and Luuk  aren't  late for school, are  they? (+)

Slide 14 - Tekstslide

Tag questions
positive sentence = negative tag

He is the youngest, isn't he?

negative sentence = positive tag

She isn't happy, is she?

Slide 15 - Tekstslide

Let op!
Er is één uitzondering:
I AM always happy, AREN'T I?
AMN'T BESTAAT NIET!

Slide 16 - Tekstslide

Maak een tag question over je juf :D

Slide 17 - Open vraag

Maak een Question Tag over 2 vrienden

Slide 18 - Open vraag

Maak een Question Tag over je huisdier/ een dier

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Greg is in love, …………?
A
is he
B
isn't he
C
loves Greg
D
am I

Slide 21 - Quizvraag

They aren't a couple, …………?
A
are they
B
aren't they
C
couple they
D
is it

Slide 22 - Quizvraag

She isn't a fabulous singer, ……………?
A
is she
B
is n't she
C
can she
D
musn she

Slide 23 - Quizvraag

We aren't going to the grocery store, ___?
A
is we
B
are we
C
isn't we
D
aren't we

Slide 24 - Quizvraag

They don't like each other, ___?
A
like they
B
liken't they
C
do they
D
don't they

Slide 25 - Quizvraag

Exercise 1
Nu volgen er een aantal open vragen.
Je moet zelf de question tag maken.
Lees de zin voor de komma goed en maak de question tag.
Succes!

Slide 26 - Tekstslide

Question tags are easy, …………..?

Slide 27 - Open vraag

He is your cousin, ………………..?

Slide 28 - Open vraag

London is a big city, …………..?

Slide 29 - Open vraag

She isn't singing that song again, …………?

Slide 30 - Open vraag

Exercise 2
Nieuwe websites om mee te oefenen want oefenen is belangrijk. Zeker bij het leren maken van question tags.
Op de volgende slides vind je nieuwe websites waar je meer kunt oefenen met het maken van question tags. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link

Slide 35 - Link

Homework/ Studytime 
Check Magister for your homework!
Ready… Woordtrainer/ Quizlet
Study for your test( leer voor je Repetitie!)

Slide 36 - Tekstslide