Kent de rol van hormonen in verschillende lichaamsprocessen zoals groei en voortplanting.
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling - T4 Hormoonstelsel
Slide 4 - Tekstslide
Een zweetklier is een voorbeeld van een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier
Slide 5 - Quizvraag
Een de schildklier is een voorbeeld van een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier
Slide 6 - Quizvraag
De alvleesklier is een voorbeeld van een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier
Slide 7 - Quizvraag
Exocrien v.s. Endocrien
Endocrien
Geen afvoerbuis, maar geeft af aan bloed
Spijsverteringsklieren, traanklier, zweetklier
Exocrien
Met een afvoerbuis,
geven af aan holtes
Hormoonstelsel
Slide 8 - Tekstslide
Zet de organen met functies in de juiste volgorde:
Organen (hormoon
productie)
Klieren (hormoon
uitscheiding)
Bloed (hormoon
vervoer)
Plaats van bestemming (hormoon
aan de slag)
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Slide 9 - Sleepvraag
Hormoonstelsel (endocriene systeem)
Organen > klieren > bloed > juiste plaats
Hormoonproductie Hormoonuitscheiding Hormoonvervoer Hormonen doen hun werk
Hormoon =
Boodschappercel
Slide 10 - Tekstslide
Noem 1 voorbeeld van een functie wat door een hormoon wordt gereguleerd
Slide 11 - Open vraag
Hormoonstelsel (endocriene systeem)
Functie:
Het hormoonstelsel regelt allerlei lichaamsfuncties.
Temperatuur, bewustzijn, ademhaling, bloeddruk, hartslag, spijsvertering, slapen en voortplanting.
Reacties op lichamelijke en psychische stress.
De huishouding van water, suikers en zouten als natrium, kalium en calcium.
De groei en de ontwikkeling van allerlei organen en de seksuele ontwikkeling.
Slide 12 - Tekstslide
Noem 4 hormoonproducerende organen:
Slide 13 - Open vraag
Endocriene organen
Hypofyse
Schildklieren
Bijnieren
Alvleesklier
Slide 14 - Tekstslide
Beschrijf in 1 zin de functie van de hypofyse:
Slide 15 - Open vraag
Hypofyse functie
Hypofyse
1 cm doorsnede
"De aansturende computer"
De hypofyse stuurt de werking van een aantal hormoonproducerende klieren aan, zoals de bijnieren en de schildklier, bij vrouwen de eierstokken en bij mannen de zaadballen.
De hypofyse vormt zo de schakel tussen het centrale zenuwstelsel en het hormoonstelsel.
Er liggen hele kleine ‘eilandjes’ van hormoonproducerende cellen op, die elk een ander hormoon produceren of aansturen.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de functie van "ADH Antidiuretisch hormoon"?
A
Stimuleert de schors van de bijnieren tot hormonen aanmaken
B
Stimuleert de schildklier tot hormonen aanmaken
C
Stuurt hormoon naar nieren, daar heeft het de functie voor regulatie urine.
D
Stimuleert de geslachtsklieren tot hormonen aanmaken
Slide 17 - Quizvraag
Hypofyse hormonen (7)
Hypofyse
1 cm doorsnede
"De aansturende computer"
Hormoon: ACTH (bijnierschorsstimulerend)
Functie: Stimuleert de schors van de bijnieren tot hormonen aanmaken
Hormoon: LH en FSH (Geslachtsklierstimulerend)
Functie: Stimuleert de geslachtsklieren tot hormonen aanmaken
Hormoon: Groeihormoon
Functie: Functioneert zelfstandig, stimuleert groei (kind en nieuwe aanmaak)
Hormoon: TSH Schilklierstimulerend hormoon
Functie: Stimuleert de schildklier tot hormonen aanmaken
Hormoon: Prolactine
Functie: Bij mannen en niet lacterende vrouwen geen functie, bij vrouwen met baby stimuleert het melkproductie
Slide 18 - Tekstslide
Hypofyse hormonen (7)
Hypofyse
1 cm doorsnede
"De aansturende computer"
Hormoon: ADH Antidiuretisch hormoon
Functie: Stuurt naar nieren, daar heeft het de functie voor regulatie urine. Werkt samen met bijnieren de bloeddruk.
Hormoon: Oxytocine
Functie: Stimuleert bevalling (samentrekken, weeën) en borstklieren. Hechtingshormoon moeder-kind, maar kan ook in andere relaties worden aangemaakt.
Slide 19 - Tekstslide
Maak de zin af: Wanneer er teveel T4 (Thyriocine) is, dan .........
Slide 20 - Open vraag
Schildklier functie
Schildklier
De schildklier produceert de hormonen T3 en T4. Deze schildklierhormonen regelen de stofwisseling in het lichaam.
In feite regelen de schildklierhormonen de snelheid van de stofwisseling. Hoe meer schildklierhormoon, hoe sneller de stofwisseling.
De schildklier wordt voor een belangrijk deel aangestuurd door de hypofyse
Direct boven het kuiltje in de hals
Slide 21 - Tekstslide
Schildklier hormonen (3)
Schildklier
Direct boven het kuiltje in de hals
Hormoon: T3 (Tri-joodthyronine)
Functie: Sterk effect op stofwisseling, groei en reguleert metabolisme (energie inzet en verbruik)
Hormoon: T4 (Thyriocine)
Functie: Het grootste deel van T4 bind zich aan eiwitten en een deel zweeft vrij rond. Bij te veel T4 kan dit worden omgezet worden naar T3.
De bijnieren produceren diverse hormonen die nodig zijn om essentiële functies van het lichaam in stand te houden.
Denk hierbij aan de afbraak van voedingsstoffen, de reactie op stress en het evenwicht tussen water- en zout in het lichaam.
De bijnieren worden aangestuurd door hormonen van de hypofyse.
Slide 24 - Tekstslide
Wat is de functie van "Aldosteron"?
A
Helpt bij stressregulatie en laat de bloeddruk stijgen.
B
Rol bij ontstaan en sturen seksuele ontwikkeling, invloed op energieniveau, menstruatiecyclus
C
Stimulerende werking op ontsteking en rol bij immuunregulatie.
D
Reguleert natrium/kalium, invloed op bloeddruk
Slide 25 - Quizvraag
Bijnieren hormonen (5)
Bijnieren
Liggen op de nieren
Hormoon: Adrenaline
Functie: Helpt het lichaam reageren op stress, verhoogt de hartslag, bloeddruk en alertheid. (Hij weet doordat de hersenen signaleren, doorgeven aan hypofyse en deze het doorgeven aan de bijnieren)
Hormoon: Nor-adrenaline
Functie: Helpt ook bij stressregulatie, laat de bloeddruk stijgen, waardoor er meer en sneller bloed en zuurstof op de juiste plek komt.
Hormoon: Cortisol
Functie: Stimulerende werking op ontsteking en rol bij immuunregulatie.
Slide 26 - Tekstslide
Bijnieren hormonen (5)
Bijnieren
Liggen op de nieren
Hormoon: Testosteron/oestrogeen
Functie: Rol bij ontstaan en sturen seksuele ontwikkeling, invloed op energieniveau, menstruatiecyclus
Hormoon: Aldosteron
Functie: Reguleert natrium/kalium, invloed op bloeddruk
Slide 27 - Tekstslide
Voor welk hormoon geldt deze werking: "Wanneer de bloedsuikerspiegel te hoog is stimuleert ........ om het af te voeren naar leven en spieren".
A
Insuline
B
Glucagon
Slide 28 - Quizvraag
Alvleesklier (eilandjes van de langerhans) functie
Alvleesklier eilandjes van de langerhans
(pancreas)
Zitten in de pancreas
De alvleesklier maakt onder andere het hormoon insuline aan, dat een rol speelt bij het op peil houden van de bloedsuikerspiegel. Dit wordt de hormonale oftewel endocriene functie van de alvleesklier genoemd.
De alvleesklier reageert op de hoeveelheid suiker in het bloed. Is het suikergehalte verhoogd (bijvoorbeeld na een maaltijd), dan wordt er meer insuline aangemaakt en minder glucagon.
Bij een te laag suikergehalte gaat de alvleesklier minder insuline produceren en meer glucagon.
Slide 29 - Tekstslide
Alvleesklier (eilandjes van de langerhans) hormonen (2)
Hormoon:
Functie:
Alvleesklier eilandjes langerhans
(pancreas)
Zitten in de pancreas
Hormoon: Glucagon
Functie: Opgeslagen suiker in lever en spieren komt vrij wanneer bloedsuikerspiegel te laag is.
Hormoon: insuline
Functie: Wanneer de bloedsuikerspiegel te hoog is stimuleert insuline om
het af te voeren naar leven en spieren.
Slide 30 - Tekstslide
Leerdoelen - T5 Hormoonstelsel
Hormoonstelsel
Jij:
Kunt uitleggen hoe hormonen worden geproduceerd, getransporteerd en kent hun werking in het lichaam.
Kent de rol van hormonen in verschillende lichaamsprocessen zoals groei en voortplanting.
Slide 31 - Tekstslide
Nieuw lesstof >T5 Hormoonstelsel
Je weet nu wat hormonen zijn, hoe en waar zij geproduceerd worden, maar nog niet hoe zij hun werk uitvoeren:
Slide 32 - Tekstslide
Hormoonstelsel (endocriene systeem)
Organen > klieren > bloed > juiste plaats
Hormoonproductie Hormoonuitscheiding Hormoonvervoer Hormonen doen hun werk
Hormoon =
Boodschappercel
Thema 5
Slide 33 - Tekstslide
Homeostase
Homeostase
Het doel van het lichaam is om alles zo veel mogelijk in balans te houden.
Hiervoor is goede communicatie nodig van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel.
Samen houden ze alle waarden in het lichaam in balans.
Slide 34 - Tekstslide
Communicatie zenuwstelsel & hormoonstelsel
Hypotalamus
Houdt continu het lichaam en de homeostase in de gaten. Wanneer er iets uit balans raakt stuurt de hypothalamus hormonen naar de hypofyse
Hypofyse
Heeft een voor- en achterkwab. Beide kunnen doelorganen aansturen. Daarmee is het de hoofdaansturing voor de andere hormoonproducerende organen (Thema 4).
Doelorganen
Slide 35 - Tekstslide
Communicatie zenuwstelsel & hormoonstelsel
Hypofyse - Achterkwab
Geeft oxytocine en ADH af.
Hypofyse - Voorkwab
Geeft LH/FSH, prolactine, ACTH, GH en TSH af.
Eigen aansturing
Slide 36 - Tekstslide
Communicatie zenuwstelsel & hormoonstelsel
Hoe komt ieder hormon in actie?
1 hormoon kan meerdere acties veroorzaken.
Afhankelijk van het doelorgaan met bijbehorende doelcellen met receptoren, zorgt het hormoon voor een actie.
Geen juiste receptor = geen actie.
Slide 37 - Tekstslide
Negatieve terugkoppeling
Slide 38 - Tekstslide
Wanneer wordt negatieve feedback ingezet?
Veel voorkomende manier van het bijsturen van processen in het lichaam.
Dit zijn een aantal voorbeelden van negatieve feedback.
Slide 39 - Tekstslide
Wat is positieve feedback?
Slide 40 - Tekstslide
Wanneer wordt positieve feedback ingezet?
Unieke en zeldzame situatie
- Komt maar bij een paar processen voor
- Werkt als een gaspedaal, waarin een proces kort heel flink wordt bevorderd
Slide 41 - Tekstslide
Hoe werkt negatieve feedback?
1. Oppikken van prikkels
2. Controleren van prikkels. Te hoog/te laag/precies goed?
Buiten de acceptabele waarden? Door naar effector
3. Uitvoerende partij, de effector, pakt het probleem aan.
4. Probleem verholpen?
Dan stopt de prikkel en valt
deze cirkel van acties weg.
Slide 42 - Tekstslide
Hoe werkt negatieve feedback?
Niet 1, maar meerdere systemen zorgen voor het controleren van waarden, zodat als er 1 wegvalt het overgenomen kan worden en er geen gevaarlijke situatie ontstaat.
Slide 43 - Tekstslide
Voorbeeld:
Negatieve feedback met het hormoon; insuline
Slide 44 - Tekstslide
Voorbeeld:
Negatieve feedback met het hormoon; insuline
Slide 45 - Tekstslide
Voorbeeld:
Negatieve feedback met het hormoon; insuline
Slide 46 - Tekstslide
Voorbeeld:
Negatieve feedback met het hormoon; insuline
Bij diabetes wordt hyperglycemie veroorzaakt door het regulatieprobleem
Slide 47 - Tekstslide
Voorbeeld:
Negatieve feedback met het hormoon; insuline
Slide 48 - Tekstslide
Opdracht thema 5 hormoonstelsel
Maak voor jezelf een samenvatting voor thema 5 hormoonstelsel