Aansturen medewerkers les 1 en 2 (niv. 3.3)

Les 1 en 2: inhoud
  1. Organisatiestructuur -en schema
  2. aansturen medewerkers
  3. Arbo, regels en hulpmiddelen binnen het bedrijf 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 1 en 2: inhoud
  1. Organisatiestructuur -en schema
  2. aansturen medewerkers
  3. Arbo, regels en hulpmiddelen binnen het bedrijf 

Slide 1 - Tekstslide

1. Organisatiestructuur (I)
  1. Welke overlegvormen zijn er?
  2. Wie nemen de beslissingen?
  3. Wie heeft welke bevoegdheden?
  4. Hoe lopen de communicatielijnen?
  5. Onderlinge verhoudingen tussen taken en functies van het personeel?

Slide 2 - Tekstslide

Organisatiestructuur (II)
Personele structuur: beschrijft de personeelsbezetting (aantal medewerkers, wat kunnen ze, leeftijd etc.)

Organisatiestructuur: de onderverdeling van de werkzaamheden, taken en functies: welke medewerker heeft welke functie en zit op welke afdeling

Slide 3 - Tekstslide

Organogram
Schema met de hoofdlijnen van een organisatie (de relaties tussen de medewerkers

Slide 4 - Tekstslide

Organisatievormen
Lijnorganisatie
functionele organisatie
lijn-staf organisatie

Slide 5 - Tekstslide

Lijnorganisatie
Elke chef heeft ondergeschikten en elke ondergeschikte heeft maar 1 chef.

Slide 6 - Tekstslide

Functionele organisatie
De taak van een chef is gespiltst in bepaalde specialistische kennisgebieden. Bijv.: Een medewerker heeft meer dan 1 chef. Elke chef behandelt een ander deel van het werk (bijv. vogels, vissen, herpeten, knaagdieren).

Slide 7 - Tekstslide

Lijn-staforganisatie
Lijnorganisatie met een 'staf'. Staf afdeling is gespecialiseerd in een onderwerp (personeelszaken, juridische zaken). Staf heeft geen gezag, alleen advies.

Slide 8 - Tekstslide

Maak van oriënterende opdracht 1 van  Oriëntatie op de organisatie (wikiwijs 191477) de opdrachten 1 t/m 3.

Slide 9 - Tekstslide

2. Aansturen van medewerkers
Leidinggevende:
- moet ook taken door anderen laten doen (delegeren)
- moet weten welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden de medewerkers hebben


Slide 10 - Tekstslide

Taken en functies
Medewerkers hebben taken. Daardoor weten ze wat ze moeten doen.
Als je taken samenvoegt heb je een functie. 
Voorbeeld: medewerker tuincentrum op de afdeling 'Vijvers':
  1. klanten adviseren
  2. Kassa bedienen
  3. vissen en waterplanten verzorgen
  4. voorraad bijhouden
  5. Alles schoonmaken

Slide 11 - Tekstslide

Verantwoordelijkheden als leidinggevende
Verantwoordelijkheden: dingen die je moet doen of waar je voor zorgt;
Bevoegdheden: hoe je iets kunt doen en wat je mag doen.

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten 
1. Beschrijf wie welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft op jouw werk/stage adres. Probeer per medewerker zo nauwkeurig mogelijk te zijn.

2. Maak opdracht 4 t/m 6 van oriënterende opdracht 1 (wikiwijs 191477) 

Slide 13 - Tekstslide

In teamverband werken
In een groep ontstaan groepsprocessen
Iedereen heeft een bepaalde rol (initiatief nemen, tegendraads, grootste mond)
In een groep is/ontstaat een bepaalde sfeer (plezier, neutraal, afstandelijk, geïrriteerd)
Mensen in groep, team of klas reageren verschillend op elkaar (positief, neutraal of negatief).

Slide 14 - Tekstslide

Samenwerking in een team
Belangrijke voorwaarden:
  1. bereid zijn goed te communiceren, info uit te wisselen, juiste houding en open zijn;
  2. accepteren van alle groepsleden
  3. bereid zijn om op elkaar te reageren (zie 1) en nieuwe inzichten willen opdoen

Slide 15 - Tekstslide

Delegeren, motiveren en feedback geven
Delegeren: de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een taak overdragen aan iemand anders.

Motiveren: uitleggen waarom iets moet worden gedaan, argumenten en redenen noemen.

Feedback geven: positieve kritiek op het functioneren.

Slide 16 - Tekstslide

3. ARBO, regels en hulpmiddelen in het bedrijf.

Slide 17 - Tekstslide

ARBO
De Arbeidsomstandighedenwet is een Nederlandse wet die regels bevat voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers en zelfstandig ondernemers te bevorderen. Het doel is om ongevallen en ziekten, veroorzaakt door het werk, te voorkomen.

Slide 18 - Tekstslide

Kwaliteit van arbeid
  1. Arbeidsomstandigheden.
  2. Arbeidsinhoud.
  3. Arbeidsorganisatie.
  4. Arbeidsverhoudingen.
  5. Arbeidsvoorwaarden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bedrijfsregels
... zijn regels die gelden binnen een bedrijf.
... zijn geldig voor de hele bedrijfsvoering van een bedrijf.
... zijn regels die door de organisatie zelf bepaald en onderhouden worden.

Bedrijfsregels zijn niet hetzelfde als wetten die voor bedrijven gelden. Wetten worden door een autoriteit (land, unie) uitgevaardigd en kunnen geldig zijn voor het bedrijf als 'onderdaan' van die autoriteit. 

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten ARBO
Maak de 'opdrachten ARBO'  (wikiwijs 191477) 

Slide 22 - Tekstslide