4.14 Woordenschat

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4.14 Werkwoordspelling
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4.14 Werkwoordspelling
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 181


Huiswerk controle:
Werkbladen herhaling spelling

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig 4.14 opdracht 1 t/m 4 op blz. 181 t/m 183.
Jessica, Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Krystian, Jaysen & Niek

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
n.v.t.

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Kies het woord dat ontbreekt.

Die jongens zijn vervelend en proiberen de rest van de klas te ... .
A
beinvloeden
B
bevestigen
C
ontkennen
D
beslissen

Slide 6 - Quizvraag

Kies het woord dat ontbreekt.

Ginette ..... dat ze heeft afgekeken.
A
beslist
B
beinvloedt
C
bevestigt
D
ontkent

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent volgens? Kies het juiste antwoord.
Volgens mij begint de film vanavond om half negen.
A
sterk gevoel
B
niet minder dan
C
zoals iemand zegt
D
iets wat je gevonden of bedacht hebt

Slide 8 - Quizvraag


Wat betekent hoofdkwartier?  Kies het juiste woord.

Het hoofdkwartier van het leger bevindt zich buiten de stad.
A
iets wat je gevonden of bedacht hebt
B
sterke gevoelens
C
plaats van waaruit zaken geregeld worden
D
zoals iemand zegt

Slide 9 - Quizvraag

Wie maakt wat:
4 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 4.14 opdracht 1 t/m 4 op blz 181 t/m 183

De rest doet mee met de instructie.

Slide 10 - Tekstslide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 11 - Tekstslide

Woordenschat
Woordenschat is vooral belangrijk bij het begrijpend lezen. Met een kleine woordenschat kom je bij het lezen van een tekst veel woorden tegen die je niet kent.

Slide 12 - Tekstslide

Woordenschat
Wanneer je meer woorden kent, kun je beter begrijpend lezend. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Stappenplan
Je kent het stappenplan moeilijke woorden nog van vorig jaar.
Je gebruikt het stappenplan als je een onbekend woord tegenkomt.

Slide 15 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Jessica, Niek, Jaysen & Krystian: jullie gaan zelfstandig les 4.14 opdracht 1 t/m 4 op blz 181 t/m 183

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1.1 t/m 1.5 (volgende slide).

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Lees goed de gele stukjes theorie.
Je maakt les 4.14 opdracht 1 t/m 4 op blz 181 t/m 183


Ben je klaar? 
1. Nakijken en verbeteren
2. Lezen in een leesboek. 

 
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden?
- Begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten?

Slide 19 - Tekstslide

8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:
Woensdag 20 maart
4.14 opdracht 1 t/m 4
 
Toetsen:
-

Slide 20 - Tekstslide