In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Wat is marketing?
A
Goed personeel in dienst hebben
B
Veel winst maken
C
Alles wat een bedrijf doet om meer te verkopen
D
Reclame maken
Slide 1 - Quizvraag
1. B2B marketing is gericht op de wensen en behoeften van bedrijven. 2. B2C marketing is gericht op de wensen en behoeften van de consumenten.
A
1 waar
2 niet waar
B
1 niet waar
2 waar
C
1 en 2 zijn niet waar
D
1 en 2 zijn waar
Slide 2 - Quizvraag
Door middel van schaalvoordelen, kan er mega goedkoop worden ingekocht. Dit zal zorgen voor hoge vraag. Waar past dit voorbeeld bij?
A
Productieconcept
B
Productconcept
C
Verkoopconcept
D
Marketingconcept
Slide 3 - Quizvraag
Doormiddel van veel en dure reclame campagnes, hoop je op te vallen tussen de duizenden concurrenten.
Waar past dit voorbeeld bij?
A
Productieconcept
B
Productconcept
C
Verkoopconcept
D
Marketingconcept
Slide 4 - Quizvraag
Deze soort product of diensten hebben geen reclame of marketing nodig. Hier is automatisch al vraag naar. Waar past dit voorbeeld bij?
A
Productieconcept
B
Productconcept
C
Verkoopconcept
D
Marketingconcept
Slide 5 - Quizvraag
Massa=kassa!
Bij welk marktbenaderingsconcept past deze uitspraak het best?
A
Productieconcept
B
Productconcept
C
Verkoopconcept
D
Marketingconcept
Slide 6 - Quizvraag
Er wordt veel tijd gestoken in het leren kennen van de wensen en behoeften van je doelgroep. Je stemt je product of dienst hier zo goed mogelijk op af.
A
Productieconcept
B
Productconcept
C
Verkoopconcept
D
Marketingconcept
Slide 7 - Quizvraag
Ook gehad over:
Maatschappelijk marketingconcept (let op een duurzamere wereld)
Unique Selling Points. Wat bied je de klant extra aan waarmee jij je kan onderscheiden? Customer expierence.
Let op in de volgende video. Wat brengt coolblue voor customer expierence?
Tijdsvak van een uur bezorging, geen vrij nemen van werk
Wasmachine wordt naar de plek gebracht
Personeel blijft tot de wasmachine het echt doet
Oude wasmachine neemt coolblue mee
Slide 11 - Tekstslide
Wensen en behoeften
Je bent op zoek naar woonruimte.
Wanneer je meer te besteden had, had je liever een villa gehad met zwembad.
Verschil tussen behoeften en wensen.
Wat zijn primaire behoeften?
Slide 12 - Tekstslide
Wens
Behoefte
Slide 13 - Sleepvraag
Primaire en secundaire behoeften.
De piramide van Maslow:
Hoe meer er te besteden is, hoe meer secundaire behoeften bevredigd kunnen worden.
Voorbeelden: Trein abbonement , uit eten gaan, merk kleding of auto, studiereis
Slide 14 - Tekstslide
vul de piramide van maslow in, in de juiste volgorde
1.
2.
3.
D
E
sociale accepetatie
lichamelijke behoeften
veiligheid & zekerheid
waardering & erkenning
zelf- ontplooiing
Slide 15 - Sleepvraag
De vraag naar eten (want, honger) is een voorbeeld van een need (behoefte).
Klopt
Klopt niet, dit is een want (wens)
Slide 16 - Poll
De vraag naar een Big Mac (want, honger) is een voorbeeld van een need (behoefte).
Klopt
Klopt niet, dit is een want (of wens)
Slide 17 - Poll
Een woonplaats
Een avondje naar de kroeg
Een iphone 14 pro
Een cursus leiderschap
Lampjes voor op je fiets
Dikke BMW
Slide 18 - Sleepvraag
De vraag
De vraag naar het product of dienst komt vanuit de consument. Stel je voor de vraag naar Pepsi Max Zero Sugar.
Eerst is er vraag naar drinken (dorst) onstaan: Generieke vraag
Dan onstaat er vraag naar frisdrank of cola ontstaan: Primaire of Finale vraag
Vervolgens moet er gekozen worden voor een bepaald merk: Secundaire vraag
Door deze vraag, onstaat er automatisch ook meer vraag naar suiker en zoetstoffen: de afgeleide vraag
Slide 19 - Tekstslide
Generieke vraag
Finale vraag
Secundaire vraag
Slide 20 - Sleepvraag
Generieke vraag
Finale vraag
Secundaire vraag
Slide 21 - Sleepvraag
Slide 22 - Tekstslide
De effectieve vraag:
Hoeveel is er nu werkelijk verkocht?
Vervangingsvraag: Je fiets is stuk, doet de oude weg en koopt een nieuwe als vervanging.
Uitbreidingsvraag kan initieel of additioneel zijn.
Initiële vraag is de vraag van mensen bedoeld die een product nog niet bezitten en het voor het eerst in hun leven hebben gekocht. Je eerste auto bijvoorbeeld.
Addiotionele vraag is de vraag van een extra product. Je hebt er al een, maar koopt er een bij. Een tweede auto bijvoorbeeld.
De effectieve vraag is de vervangingsvraag en de uitbreidingsvraag samen. Dat wordt er werkelijk gekocht. De effectieve vraag wordt ook wel de actuele vraag genoemd.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Maximale vraag
Mensen die bereid zijn om te kopen, maar nog niet gekocht hebben: potentiële vraag
Iedereen die gekocht heeft: effectieve vraag
Bovenstaande samen zijn de maximale vraag of het marktpotentieel.
Slide 25 - Tekstslide
Welk van de volgende stellingen is juist?
A
Effectieve vraag is initiële vraag plus vervangingsvraag
B
Effectieve is uitbreidingsvraag plus vervangingsvraag
C
Effectieve vraag is additionele vraag plus vervangingsvraag
D
Effectieve vraag is uitbreidingsvraag plus additionele vraag
Slide 26 - Quizvraag
Dit is de eerste aankoop van een product door een afnemer
A
vervangingsvraag
B
initiële vraag
C
potentiële vraag
D
primaire vraag
Slide 27 - Quizvraag
Frans Bauer, reeds in het bezit van een iPad, koopt voor zijn vier kinderen in de actieweek bij de Mediamarkt (“ik ben toch niet gek”) vorige week nog een iPad , zodat hij zijn iPad niet steeds hoeft te delen. Deze aanschaf is een:
A
Afgeleide vraag
B
Vervangingsvraag
C
Initiële vraag
D
Additionele vraag
Slide 28 - Quizvraag
Familie Stevens heeft een auto bij huis. Omdat vader en moeder regelmatig beide van huis zijn besluiten ze een 2e auto aan te schaffen. Hoe noem je de vraag naar deze auto?
A
Initiële vraag
B
Additionele vraag
C
Vervangingsvraag
Slide 29 - Quizvraag
Door de toegenomen vraag naar scooters door consumenten, neemt de vraag naar scooterbanden toe. Van welk soort vraag is er sprake?
A
van een initiële vraag
B
van een vervangingsvraag
C
van een afgeleide vraag
Slide 30 - Quizvraag
8 . Jonkman Recruitment heeft op dit moment vijf kantoren in de Randstad. Doordat het bedrijf groeit, wil Jonkman één extra kantoor in Utrecht openen.
Van welk type vraag is hier sprake?
A
Additionele vraag
B
Initiële vraag
C
Vervangingsvraag
D
Potentiele vraag
Slide 31 - Quizvraag
Ik heb net voor het eerst een bureaustoel voor thuis gekocht
A
Initiële vraag
B
Additionele vraag
C
Vervangingsvraag
D
Slecht Idee
Slide 32 - Quizvraag
Ik wissel mijn diesel auto in voor een Tesla
A
Initiële vraag
B
Additionele vraag
C
Vervangingsvraag
D
Slecht Idee
Slide 33 - Quizvraag
2. Welke van de drie vraagsoorten behoort niet tot de effectieve vraag?
A
Herhalingsaankoop,
B
Uitbreidingsvraag,
C
Vervangingsvraag
D
Afgeleide vraag
Slide 34 - Quizvraag
Snollebollekes voegt een nieuw pak toe aan zijn kledingcollectie. waarvan is sprake?
A
additionele vraag
B
initiële vraag
C
vervangingsvraag
D
potentiële vraag
Slide 35 - Quizvraag
Het kopen van een tweede tas is een voorbeeld van: