Samenvatting

Samenvatting
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

1. Rendement *
2. Aandrijvingen *
3. Tandwieloverbrenging *
4. V-snaren en tandriemen *
5. Kettingen *
6. Het omzetten van bewegingen *
7. Traploze toerentalregelingen *
8. Lagers *
9. Remmen *
10. Askoppelingen *
11. Schroefdraad en veren
12. Hef- en hijswerktuigen

13. Productiviteit verbeteren
14. Beheersen van verliezen
15. Lean denken en doen
16. Productwisseling
17. Efficiënt omstellen (SMED)

Slide 2 - Tekstslide

Formules
Formule snaaroverbrengingen: n1 x d1 = n2 x d2 = n3 x d3
Overbrengverhouding I = D2:D1
Toerental tandwielen: (z1 x n1) : z2

 

Slide 3 - Tekstslide

Vloeistof rem
Werking:
remvloeistof wordt naar buiten geduwd in de rotor
daarna gaat de vloeistof via de schoepen van de rotor naar de schoepen van de stilstaande stator. De stator zorgt voor afremmen van de rotor en de hele aandrijflijn


Schijfrem
Schijfrem met vast remzadel: hydraulische leiding tussen de remcilinders, waardoor de druk in de cilinders niet kan verschillen. Geschikt voor hoge belastingen.
Schrijfrem met zwevend remzadel: één remblok beweegt mee met de remzuiger en het andere remblok zit vast in de remklauw. De remdruk is aan beide zijden gelijk.

Slide 4 - Tekstslide

Elektromotor met toerental van 40 omw/s en heeft 10 tanden deze drijft een pompas aan met 30 tanden. Wat is het toerental van de pomp-as
A
120
B
12
C
87
D
13,33

Slide 5 - Quizvraag

Elektromotor met toerental van 40 omw/s en heeft 10 tanden deze drijft een pompas aan met 30 tanden. Wat is het toerental van de pomp-as.
(z₁ x n₁) / z₂
(40*10)/30

Slide 6 - Tekstslide

Omzetmechanisme

nokkenschijven
excentriekmechanismen
kruk-drijfstangmechanisme
bewegingsschroefdraad
rondsel en tandheugel
stappenmotor

Slide 7 - Tekstslide

Schroefvijzel
is een hefwerktuig op basis van een hefboom en een hefspil.

Slide 8 - Tekstslide

Welke moer gebruik je vooral in de vliegtuigindustrie
A
Kroonmoer
B
Kartelmoer
C
Zelfborgende moer
D
Kraagmoer

Slide 9 - Quizvraag

Veren
Torsie veer: 



Drukveer: 

Slide 10 - Tekstslide

Askoppelingen
starre koppeling.

klauwkoppeling

Expansiekoppeling

Flexibele askoppeling    

Slide 11 - Tekstslide

Verspillingen

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het voordeel van een vernieuwde organisatie structuur?
A
Besluiten worden snel genomen door weinig lagen
B
De managers weten niet wat de mensen doen
C
Er is veel duidelijkheid

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer ketting
Wanneer Snaar

Slide 14 - Tekstslide