3h-Schritt 24-Teil1-Redemittel-Gespräche führen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele:
1) Wiederholung: Verben im Präsens (=tegenwoordige tijd)
=> Kein Laptop? Mach Aufgabe 8 & 10 auf Seite 151/152
2) Gespräche führen: Ich kann meine Meinung sagen und Komplimente machen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindigt de stam van het werkwoord op -d of -t? Of op -m of -n zonder een klinker ervoor? (Bijv. begegnen, atmen)
=> Dan moet je...

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eindigt de stam van het werkwoord op s, een β, of een z?
=> Dan moet je bij du...

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eindigt de stam van het werkwoord op op -r of -l?
=> Dan heb je bij wir en sie/Sie...

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het echt een “gewoon” zwak werkwoord zonder uitzonderingen? Hoera, je kunt dit ezelsbruggetje gebruiken:

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. schreiben:
_____________ du gerne Tagebuch?
A
Schreibe
B
Schreibst
C
Schreibt

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. antworten
Wann ____________ Nina mir endlich?
A
antwort
B
antworte
C
antwortet
D
antwortt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. reisen
Wohin __________ du in den Ferien?
A
reise
B
reisst
C
reist
D
reisen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. ergänzen
__________ du das Rezept?
A
Ergänze
B
Ergänzst
C
Ergänzen
D
Ergänzt

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. wählen
Was hast du _____________ als Nachtisch?
A
wählst
B
wählt
C
wählen
D
gewählt

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. bringen
Herr Ober, ________ Sie bitte die Speisekarte?
A
bringe
B
bringst
C
bringt
D
bringen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. sitzen
Hallo Tom, warum ___________ du auf meinem Stuhl?
A
sitze
B
sitzst
C
sitzt
D
sitzen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8. angeln
Herr Ober, haben Sie den Fisch selbst _______________?
A
angelt?
B
geangelt?
C
geangelet?
D
angelet?

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele
Gespräche führen: 
  • Gespräche führen: Ich kann meine Meinung sagen und Komplimente machen
Redemittel kennen und üben

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aufgabe 1, Seite 58/59
A) Höre das Gespräch und lies mit.
B) Übersetze NL-D.
Tipp: Die Sätze findest du im Text auf Seite 58

  1. Die Hose steht dir wirklich gut.
  2. Du brauchst das Kleid doch.
  3. Es ist letztendlich dein Geld.
  4. Dieser Pullover gefällt mir eigentlich besser.
  5. Das heißt, dass du zu viel gekauft hast.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benutzt die Redemittel. Wechselt dann die Rollen.
1) Schüler 1  
Schüler 2  
Zeg dat je voetbal leuker vind dan tennis (of andersom)
Kies een voor jou passend antwoord.
Ik vind je trui heel leuk!
Bedank voor het compliment.
Deze broek staat je echt goed!
Bedankt, dat is aardig van je
Je ziet er vandaag echt goed uit!
Bedankt! Ik heb vandaag eindelijk goed geslapen!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe:
Lernen: Seite 59, Redemittel D-NL 
& herhaling: voltooide tijd (1I, Seite 164), volgende keer woots-overhoring


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logo gucken:
Was, wer, wo, wann, warum?

Was versteht ihr von den Nachrichten vom 9.11.2024?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Nächste Stunde = Teil2: Grammatik! und Aufgabe 6 (und 8?)