Paragraaf 4.3

4.3 Kosten en opbrengsten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

4.3 Kosten en opbrengsten

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik 4.2
  • bespreken opdrachten van 4.2
  • de balans
  • theorie 4.3: de resultatenrekening
  • Winst en eigen vermogen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
  • Je weet straks wat een resultatenrekening is
  • Je weet straks wat je kunt doen met winst
  • Je weet hoe het eigen vermogen verandert

Slide 3 - Tekstslide

De resultatenrekening: overzicht van de kosten en winst en opbrengst van de verkopen.

Slide 4 - Tekstslide

Winst en eigen vermogen
  • Winst is een RESULTAAT van de WINST- en verliesrekening
  • Wanneer er sprake is van winst wordt deze toegevoegd aan het eigen vermogen op de balans.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Elke onderneming heeft dus te maken met twee financiële overzichten :

1. de balans: 
een momentopname van de bezitting, schulden en eigen vermogen

2. de resultatenrekening: 
een periode overzicht van kosten, opbrengsten van verkopen en winst of verlies

Slide 7 - Tekstslide

Op welk financieel overzicht staat dit gegeven. Kies uit balans of resultatenrekening, debet-of creditzijde?

Slide 8 - Tekstslide

Waar staat de bedrijfsauto?
A
Op de balans (activa)
B
Op de balans (passiva)
C
Op de winst- en verliesrekening (kosten)
D
Op de winst- en verliesrekening (opbrengsten)

Slide 9 - Quizvraag

Waar staan de betaalde salarissen?
A
Op de balans (activa)
B
Op de balans (passiva)
C
Op de winst- en verliesrekening (kosten)
D
Op de winst- en verliesrekening (opbrengsten)

Slide 10 - Quizvraag

Waar staat het kasgeld?
A
Op de balans (activa)
B
Op de balans (passiva)
C
Op de winst- en verliesrekening (kosten)
D
Op de winst- en verliesrekening (opbrengsten)

Slide 11 - Quizvraag

Waar staan de rentekosten?
A
Op de balans (activa)
B
Op de balans (passiva)
C
Op de winst- en verliesrekening (kosten)
D
Op de winst- en verliesrekening (opbrengsten)

Slide 12 - Quizvraag

Waar staat het eigen vermogen?
A
Op de balans (activa)
B
Op de balans (passiva)
C
Op de winst- en verliesrekening (kosten)
D
Op de winst- en verliesrekening (opbrengsten)

Slide 13 - Quizvraag

Balans en W&V-rekening
Balans
W&V-rekening
Bezittingen en schulden
Kosten en opbrengsten
Totaal altijd gelijk
Resultaat winst of verlies
Momentopname (foto)
Gaat over een periode (video)
EV als 'sluitpost'
Winst/verlies wordt verrekend met EV

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
  • Je weet straks wat een resultatenrekening is
  • Je weet straks wat je kunt doen met winst
  • Je weet hoe het eigen vermogen verandert

Slide 15 - Tekstslide

Vragen en feedback
Huiswerk: 4.3 voor de volgende week

Slide 16 - Tekstslide