Present continuous

B1
Leerdoel:
Aan het einde van de les weet ik wat de present continuous is en kan ik deze op de juiste manier toepassen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

B1
Leerdoel:
Aan het einde van de les weet ik wat de present continuous is en kan ik deze op de juiste manier toepassen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Present continuous = Tegenwoordige tijd

Slide 3 - Tekstslide

 Wanneer gebruik je deze?
  • Als iets NU gebeurt
  • Wanneer je NU aan het doen bent 

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden
  • (right) now
  • at the moment
  • Look!
  • Listen! 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je deze tijd?
  • Onthoud deze formule:
am/are/is + werkwoord + ing

Voorbeeldzin: I am talking
Voorbeeldzin 2: You are listening 

Slide 6 - Tekstslide

Present Continuous
When
iets wat nu / op dit moment aan de gang is.
How
I                         am walking
he/she/it          is walking
you/we/they   are walking
Signal words
now, at the moment, look ..
Example 
The pupils are listening to the teacher.

Slide 7 - Tekstslide

Present Continuous:

Welke zin staat in de Present Continuous?
A
David takes a shower at the moment.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has taken a shower at the moment.
D
David took a shower at the moment.

Slide 8 - Quizvraag

Present continuous
Waar gebruik je de present continuous voor?
A
Bij gewoonte, feit en regelmaat.
B
Wanneer iets nu bezig is of aan de gang is.

Slide 9 - Quizvraag

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn signaalwoorden van de present continuous?

Slide 11 - Open vraag

present continuous:
She ............ (walk)

Slide 12 - Open vraag

Present Continuous
I .... (think).

Slide 13 - Open vraag

Present Continuous
I .... (read).

Slide 14 - Open vraag

Present continuous:
They ___ (eat)

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video