In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 46 min
Onderdelen in deze les
Herken je Nederland nog?
Slide 1 - Tekstslide
Ik laat deze plaat zien zodat de kinderen een beeld krijgen van hoe NL eruit zou zien zonder dijken. Hiermee wil ik het belang benadrukken en de kinderen hier bewust van maken.
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Even herhalen:
In welk tijdvak was de watersnoodramp?
Toen
Slide 3 - Sleepvraag
Ik herhaal met de kinderen kort wanneer de watersnoodramp plaatsvond en wat er die nacht gebeurde.
Wat konden de mensen doen tegen deze ramp?
Slide 4 - Woordweb
Deze les gaan we kijken naar Nederland na de watersnoodramp. Als eerst vraag ik de kinderen naar hun ideeën. De leerlingen zullen met dingen als dijken en (wellicht) deltawerken komen. Hierop ga ik in.
Slide 5 - Tekstslide
Ik bespreek samen met de kinderen wat opvalt aan duinen. Wat zien jullie allemaal? Welke planten zie je? Wat zijn duinen precies?
Slide 6 - Video
Ik laat dit korte filmpje zien over het ontstaan van duinen. In de volgende slide gaan we hier verder op in.
Helmgras: dit zorgt ervoor dat de duinen niet wegwaaien. De wortels van het gras houden het zand goed vast!
Duinen
Duinen worden niet door de mens gemaakt, maar door de natuur. De wind waait het zand op een hoop, wat ons land beschermt tegen de zee. De wind kan de duinen ook weer wegbalzen, hoe zit dat?
De duinen liggen naast de Noordzee. Aan de ene kant is de zee, en aan de andere kant is het land. De duinen kunnen best ver op het land doorlopen.
Slide 7 - Tekstslide
We kijken samen naar de kijkplaat. Ik bespreek de verschillende componenten in de plaat. Het is belangrijk dat de kinderen snappen dat duinen in beginsel niet door de mens gemaakt zijn, maar wel worden onderhouden. Helmgras speelt een belangrijke rol bij het behoud van de duinen. Zonder dit helmgras zou het zand namelijk wegwaaien.
Hoe worden duinen gevormd?
De zee voert het zand aan waar de duinen zijn gevormd.
Met vloed wordt het zand dat op de zeebodem ligt door golven meegenomen naar het strand. Bij eb droogt dat zand op
Planten in de duinen vangen het zand op.
Er ontstaan kleine hoopjes zand, die steeds groter worden.
In de loop van honderden jaren zijn zo onze duinen gegroeid.
Slide 8 - Sleepvraag
Met de kennis die de kinderen nu hebben gekregen over het ontstaan van duinen laat ik ze deze vraag maken. Ze moeten hier wel nog een beetje extra nadenken over de volgorde. Met de kennis uit vorige slides en logisch redeneren moeten de kinderen eruit komen.
Zijn duinen wel sterk genoeg?
En hoe beschermen we ons tegen ander water (rivieren etc.)
Soms zijn duinen niet sterk genoeg. Op deze plekken worden dijken gebouwd. Een dijk moet hoog en stevig zijn, anders zou deze door een storm doorbreken!
Slide 9 - Tekstslide
Echter zijn duinen niet altijd sterk genoeg. Daarnaast moeten we ons ook beschermen tegen water uit rivieren en meren. Hoe doen we dat? Ik bespreek deze vraag met enkele leerlingen. Als iemand dijken benoemt, ga ik hier verder op in. Ik vertel dat dijken worden gebouwd door mensen. Het is eigenlijk een soort duin, alleen dan veel steviger en je kan ze overal bouwen.
Dit is een doorsnede van een dijk
Onderaan de dijk ligt een grote berg zand
A
Over dat zand heen zit een laag klei
B
Aan de kant van de zee ligt asfalt of beton
C
Onder water aan de kant van de zee ligt een laag van brokken steen.
D
Slide 10 - Tekstslide
Ik bespreek de plaat met de kinderen. We kijken naar de opbouw van een dijk en vergelijken dit met duinen. Hoe zijn de dijken gebouwd en wat is het grootste verschil tov duinen?
Duinen
Dijken en duinen
Wat valt je op aan de ligging van dijken? Waarom daar?
Slide 11 - Tekstslide
Ik kijk met de kinderen naar de twee platen. Op de ene kaart zijn alleen de duinen te zien. Op de andere kaart dijken en duinen. Ik bespreek waarom je duinen alleen aan de kust zien en dijken ook binnenlands. Dit is omdat dijken ons tegen meer dan alleen de zee beschermen, namelijk tegen rivieren en meren. Duinen daarentegen zijn veelal aan de kust te vinden. Dit komt omdat duinen niet zomaar overal kunnen ontstaan.