Quiz_Thema 2_paragraaf_1_2_3_2024_klas 1A en 1B

QUIZ - Paragraaf 2.1 - 2.2 - 2.3
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

QUIZ - Paragraaf 2.1 - 2.2 - 2.3

Slide 1 - Tekstslide

Welk nummer is het heupbeen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet bot 3?
A
Rib
B
Borstwervel
C
Borstbeen
D
Borstkas

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet bot 5?
A
Bovenbeen
B
Dijbeen
C
Scheenbeen
D
Kuitbeen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is bot 6?
Hoe zie je dat?
A
Ellepijp. Aan de Duim-kant.
B
Ellepijp. Aan de Pink-kant.
C
Spaakbeen. Aan de Duim-kant.
D
Spaakbeen. Aan de Pink-kant

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je de wervels die helemaal
bovenaan zitten (dus bij je nek/hals)?
A
Hoofdwervels
B
Lendenwervels
C
Heiligebeenwervels
D
Halswervels

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je het deel van de wervelkolom dat helemaal onderaan zit (dus bij je kont)?
A
Heiligbeen
B
Lendenwervels
C
Staartbeen
D
Heupbeen

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen schedelbeenderen.

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen ribben en borstbeen.

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen de wervels.

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen dijbeen en scheenbeen

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 11 - Quizvraag

Hier is een beetje beweging mogelijk.

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit er bij 2?

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit er bij 3?

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen spaakbeen en ellepijp.
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen schouderblad en opperarmbeen.
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen dijbeen en scheenbeen.
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen heupbeen en dijbeen.
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht

Slide 18 - Quizvraag

Wat is nummer 2?
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtssmeer
C
Gewrichtskapsel
D
Gewrichtsband

Slide 19 - Quizvraag

Wat is nummer 4?
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtssmeer
C
Gewrichtskapsel
D
Gewrichtsband

Slide 20 - Quizvraag

Welk nummer is het gewrichtskapsel?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 21 - Quizvraag

Welk nummer MAAKT gewrichtssmeer?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 22 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Een pees zit tussen je spier en het bot
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Een pees kan NIET samentrekken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Een spierbundel bestaat uit
allemaal spiervezels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Als een spier samentrekt wordt hij DIKKER en KORTER
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Welke spier trekt samen
als je je arm buigt?
En hoe heet deze spier?
A
De armbuigspier. Biceps
B
De armbuigspier. Triceps
C
De armstrekspier. Biceps
D
De armstrekspier. Triceps

Slide 27 - Quizvraag

Welke spier is hier samengetrokken?
A
De biceps
B
De triceps

Slide 28 - Quizvraag

Welke spier is hier kort en dik?
A
De biceps
B
De triceps

Slide 29 - Quizvraag

Willekeurig of Onwillekeurig?
Deze spieren kun je WEL zelf aansturen...
A
Willekeurige spier
B
Onwillekeurige spier

Slide 30 - Quizvraag

Willekeurig of Onwillekeurig?
Je biceps.
A
Willekeurige spier
B
Onwillekeurige spier

Slide 31 - Quizvraag

Willekeurig of Onwillekeurig?
Je hartspier
A
Willekeurige spier
B
Onwillekeurige spier

Slide 32 - Quizvraag

Willekeurig of Onwillekeurig?
De spieren in je darmen
A
Willekeurige spier
B
Onwillekeurige spier

Slide 33 - Quizvraag

Hoe heet bot nummer 9?
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Kuitbeen
D
Opperarmbeen

Slide 34 - Quizvraag

Hoe heet bot nummer 11?
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Kuitbeen
D
Opperarmbeen

Slide 35 - Quizvraag

Hoe heet bot nummer 8?
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Kuitbeen
D
Opperarmbeen

Slide 36 - Quizvraag

Welke taak van het skelet is dit?
"De hersenen in de schedel"
A
Stevigheid geven.
B
Vorm geven.
C
Bescherming geven.
D
Beweging mogelijk maken.

Slide 37 - Quizvraag

Welke taak van het skelet is dit?
"Ik ben lenig en gespierd"
A
Stevigheid geven.
B
Vorm geven.
C
Bescherming geven.
D
Beweging mogelijk maken.

Slide 38 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Kalk zorgt ervoor dat je bot stevig is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Oude mensen hebben MEER kalk in hun botten dan kinderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit er bij 1?

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 41 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit bij 4 (staartbeen)?

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 42 - Quizvraag