1

Etre

Je suis
Tu es
Il est
Elle est
On est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
Elles sont
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Etre

Je suis
Tu es
Il est
Elle est
On est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
Elles sont

Slide 1 - Tekstslide

Welke vorm van être hoort bij Nous?

Slide 2 - Open vraag

Welke vorm van être hoort bij Ils?

Slide 3 - Open vraag

Welke vorm van être hoort bij Tu?

Slide 4 - Open vraag

suis
es
est
sommes
êtes
sont
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils 
elles

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

 AVOIR
      = hebben
as
a
ont
ai
J'
Tu
il/ elle/ on
ils/ elles

Slide 7 - Sleepvraag

Vervoeg "avoir"

Slide 8 - Open vraag

Het voltooid deelwoord
Werkwoorden op -er (donner):

Voltooid deelwoord = Stam + é

Stam = hele werkwoord - er

Volt. deelwoord: donner - er + é = donné

Slide 9 - Tekstslide

Uit welke 2 onderdelen bestaat de passé composé?
A
heel werkwoord + voltooid deelwoord
B
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
C
hulpwerkwoord + heel werkwoord
D
voltooid deelwoord + heel werkwoord

Slide 10 - Quizvraag

Vul het voltooid deelwoord in:
Nous avons (parler) ________________

Slide 11 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in:
Tu as _________________ (écouter)

Slide 12 - Open vraag

Het bijvoeglijk naamwoord zegt wat over ...
A
een werkwoord
B
een zelfstandig naamwoord
C
een bijwoord
D
een ander bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
J'ai les cheveux ...
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes

Slide 16 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord
J'aime les ... voitures.
A
rouges
B
bleu
C
sportifs
D
vieille

Slide 17 - Quizvraag

Bij vrouwelijke woorden krijgt het bijvoeglijk naamwoord een....

Slide 18 - Open vraag

De uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt:
......?als het zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud is
......? als het zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud is
.....? als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is 
.....?als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud is

Slide 19 - Tekstslide