Je kunt een verhaal vanuit verschillende standpunten of perspectieven. De drie meest gebruikte vertelsituaties zijn:
• De hij/zij-verteller: Je bekijkt het verhaal door de ogen van een van de personages. Je kent zijn of haar gedachten en gevoelens, maar niet die van de andere personages in het verhaal.
• De ik-verteller: De verteller is een ik-figuur die als personage meespeelt in het verhaal. De lezer ziet alles door zijn/haar ogen en weet wat hij/zij denkt en voelt. Van de andere personages weet je alleen wat de ik-figuur vertelt.
• De alwetende verteller: De verteller speelt zelf geen rol in het verhaal. Hij vertelt over de personages in de hij- of zij-vorm, net als de hij/zij-verteller. Maar deze verteller weet van alle personages wat ze zien, horen, denken en voelen. Hij weet wat er eerder gebeurde, wat tegelijkertijd gebeurt en hoe het verhaal verder gaat.