'Hij was verheugd zijn oude vriend
weer te ontmoeten.'
Het is geen persoonsvorm, want dat is ...
Je hebt dus te maken met een ander werkwoord. Dat kunnen er twee zijn: het voltooid deelwoord (het is voltooid, af) of het hele werkwoord. Hoe klinkt het hele werkwoord in deze zin?
Hier wordt het voltooid deelwoord gevraagd. Dat verandert nooit. Er is er ook maar één van per werkwoord. Die moet je weten...
Het zijn van die rijtjes: maken - maakte - heb gemaakt bijv.