LEZEN Theorie Functie afbeeldingen, publiek, signaalwoorden en tekstverbanden

LEZEN KLAS 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LEZEN KLAS 3

Slide 1 - Tekstslide

THEORIE

Je weet wat de functie van een afbeelding is
Je weet wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn
Je herkent signaalwoorden en de verbanden die ze laten zien



Slide 2 - Tekstslide

Publiek
Publiek - Een schrijver denkt niet alleen na over het doel, maar ook over het publiek ( = de lezers voor wie hij schrijft).
- Algemeen publiek = (bijna) iedereen
- Speciale doelgroep = bepaalde groep mensen
Bijv: kinderen, jongeren, ouders, mannen, vrouwen, mensen met een bepaalde hobby etc.

Slide 3 - Tekstslide

Functie afbeeldingen
Afbeeldingen = kunnen verschillende bedoelingen hebben:
1. aandacht trekken
2. de afbeelding is nodig om de tekst te begrijpen
3. de afbeelding maakt de tekst duidelijker
4. de afbeelding maakt de tekst grappig
5. de afbeelding geeft een bepaalde sfeer

Slide 4 - Tekstslide

Voor welk publiek is dit boek gemaakt?
A
algemeen publiek
B
baby's
C
vrouwen die een kind gaan krijgen
D
mensen tussen de 20-50 jaar

Slide 5 - Quizvraag

Voor welk publiek is dit tijdschrift geschreven?
A
algemeen publiek
B
kinderen
C
mensen die MAX heten
D
mensen die van racen houden

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de functie?

Slide 7 - Tekstslide

Verwijswoorden/signaalwoorden

--> Je leert wat verwijswoorden zijn 
--> Je leert wat signaalwoorden zijn
--> Je herkent hoe een tekst is opgebouwd

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 14 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

VOORBEELD OPSOMMING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • ten eerste, ten tweede, ten slotte
  • om te beginnen
  • ook (nog)
  • verder
  • en
  • dubbele punt (:)
  • liggende streepje (-)
  • getallen (1, 2, 3)

Slide 18 - Tekstslide

 VOORBEELD TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • tegenover
  • maar
  • hoewel
  • echter
  • toch
  • aan de ene kant ... aan de andere kant



Slide 19 - Tekstslide

VOORBEELD TOELICHTING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • bijvoorbeeld
  • zo
  • zoals
  • denk aan
  • neem nou
  • onder andere


Slide 20 - Tekstslide

GELEERD?

- je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden opsomming, tegenstelling en voorbeeld in een tekst herkennen en begrijpen
Verbanden en signaalwoorden

Slide 21 - Tekstslide