PRV les 9 2023-2024 (3.2.1)

Praktijkvoering




Periode 2
Leerjaar 3
Les 9
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
PraktijkvoeringMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Praktijkvoering




Periode 2
Leerjaar 3
Les 9

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  1. Welkom + Osiris
  2. Studentenhandleiding - Portfolio 
  3. Korte herhaling vorige les(sen)
  4. Lesdoelen 
  5. Bespreking `over mijn lijk`
  6. Visies op het overlijden 
  7. Visies op de dood 
  8. Overlijdensakte
  9. Afronding 

Slide 2 - Tekstslide

10 min. speling
Portfolio - opdrachten
Hoe staat het er voor?
- Periode 1 opdrachten af?
1. CVRM
2.Slechtnieuwsgesprek
3.Palliatieve terminale zorg
4. Na het overlijden

Deze periode komen er nog 3 opdrachten bij 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
  • Vertellen welke visies er op de dood zijn (sterfstijlen).
  • Uitleggen wat er bedoeld wordt met draagkracht en draaglast.
  • Beschrijven welke vormen van lijkbezorging er zijn en wat deze inhouden.
  • Vertellen welke mogelijkheden er zijn na de dood.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje 'Over mijn lijk'
  1. Wie heb je gekozen en welke aandoening heeft hij/zij?

  2. Welke visie op de dood heeft/had deze persoon? 
  3. Wat heeft dit filmpje met je gedaan?





Slide 5 - Tekstslide

Dit komt uit de opdracht palliatieve terminale zorg 
Draagkracht/draaglast
Waarom is het belangrijk om inzicht te hebben in de draagkracht en draaglast van patiënten?

Wat kun jij, als DA, hiermee?

Slide 6 - Tekstslide

Kun je taken uit handen nemen van patiënten om de draaglast te verminderen? Kun je regelmatig bellen om te vragen hoe het gaat om de draagkracht te vergroten? 
- verwijzen naar lotgenotencontact
- Folder met informatie
- Etc.

De draaglast (de belasting) die je ervaart, bestaat uit zaken van buitenaf, die energie vragen, zoals schildklierproblemen, alledaagse stresssituaties en eisen van het dagelijks leven. 
Je draagkracht (belastbaarheid) wordt bepaald door jouw mogelijkheden, zaken die jou energie geven.

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

(Na) het overlijden
  • Overlijdingsakte
  • Wat moet de behandeld arts allemaal invullen?
  • Doet hij dit altijd zelf?
  • Wie heeft deze aktes nodig?

Slide 8 - Tekstslide

Arts moet na een overlijden een verklaring invullen. 
Wat is een A-verklaring en een B-verklaring?

Bij overlijden van een persoon in Nederland vult u in:
A-verklaring is de verklaring van overlijden, ingevuld door een arts of een lijkschouwer

B-verklaring is de doodsoorzaakverklaring, ingevuld door een arts

Bij een natuurlijke doodsoorzaak vult de behandelende arts of diens waarnemer deze formulieren in. 
Als de behandelende arts twijfelt aan een natuurlijke doodsoorzaak waarschuwt deze de gemeentelijke lijkschouwer. De gemeentelijke lijkschouwer vult dan de doodsoorzaakverklaring in, en afhankelijk van zijn oordeel, een verklaring van overlijden of een bericht aan de Officier van Justitie. Ook in geval van een doodgeboorte vult u een B-formulier in.
Lijkschouw
  • Bij het overlijden van een patiënt, dient de behandelend arts het lichaam te schouwen. 
  • Als hij niet overtuigd is van een natuurlijke doodsoorzaak moet een arts specifieke stappen ondernemen. 

       Doel is te onderzoeken of een verklaring van overlijden kan worden afgegeven 
       (zogenaamd A-formulier). Deze is nodig om van de ambtenaar van de burgerlijke stand 
       verlof tot begraving of crematie te verkrijgen. 
       Daarnaast moet de arts een doodsoorzakenformulier (zogenaamd B-formulier) invullen voor         de statistiek  (CBS)

Slide 9 - Tekstslide

A-verklaring wordt aangegeven wie de overledene is en op welke datum hij/zij is overleden. Hierbij hoeft niet het tijdstip van overlijden aangegeven te worden. 
Uitvaartondernemer neemt verklaring mee naar de gemeente, om het overlijden aan te geven bij de burgerlijke stand.

B-verklaring
Hierin wordt de ziekte of letsel aangegeven dat heeft geleid tot de dood. Deze verklaring wordt na het invullen verstuurd naar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). 

Het CBS verwerkt de anonieme statistieken ( er wordt o.a. bijgehouden hoe vaak mensen overlijden aan een bepaalde ziekte).
Vervolg lijkschouw
  • Voor lijkschouw bij het overlijden van een minderjarige moet de behandelend arts altijd eerst overleggen met de gemeentelijk lijkschouwer (forensisch arts) voordat hij een verklaring van overlijden afgeeft. 
  • Dit is bepaald in de Wet op de lijkbezorging

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij twijfel natuurlijk overlijden
  • Bij twijfel moet de arts de gemeentelijke lijkschouwer (schouwarts) inschakelen die vervolgens verslag uit brengt aan de officier van justitie. 
  • De officier van justitie kan besluiten om een onderzoek in te stellen naar de toedracht van het overlijden wanneer het overlijden mogelijk verband houdt met een strafbaar feit. 
  • Als de patiënt is overleden door een onvoorziene of onverwachte gebeurtenis in de zorg, dan spreken we over een calamiteit. 
  • Een calamiteit moet direct worden gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet natuurlijk overlijden
  • ongeval
  • verdrinking
  • verstikking
  • geweld
  • vergiftiging
  • overdosis
  • zelfdoding
  • euthanasie
  • actieve levensbeëindiging zonder verzoek
  • zwangerschapsonderbreking > 24 weken zwangerschap
  • een (para)medisch incident

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

Bekijk het filmpje klassikaal
Huiswerk
  • Opdracht 4  'Na het overlijden'
  • In je portfolio 

  • Volgende week: les gericht op examen KT2 
  • Daarna pakken we de draad weer op met portfolio opdrachten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies