Taal H4 Les 2
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Taalverwerving begint zodra een baby geboren is.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Dat kinderen betekenis gaan toekennen aan hun gebrabbel noem je
A
fonologische vaardigheden
B
semantische vaardigheden
C
syntactische vaardigheden
D
morfologische vaardigheden
Slide 5 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van overgeneralisatie die een peuter soms toepast.
Slide 6 - Open vraag
Een voorbeeld van een pragmatische vaardigheid is
A
klanken van elkaar kunnen onderscheiden
B
grammaticale regels toepassen
C
werkwoorden verbuigen
D
een succesvol gesprek voeren
Slide 7 - Quizvraag
Volgens het 'behaviorisme' is vooral de taalomgeving belangrijk bij het verwerven van taal.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een bekende vertegenwoordiger van het 'behaviorisme' was Noam Chomsky.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
De grammaticaregels die alle talen delen, noemt Chomsky
A
principes
B
parameters
Slide 10 - Quizvraag
Wat is volgens cognitieve taalkundigen de basis van het menselijk taalvermogen?
A
de taalomgeving
B
de universele grammatica
C
patroonherkenning
D
sociaal instinct
Slide 11 - Quizvraag
De hamvraag: Is taal aangeboren of aangeleerd?
Aangeboren
Aangeleerd
Beide
