Hoe leer je een taal? - Genie

Taalverwerving
Hoe leer je een taal?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalverwerving
Hoe leer je een taal?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
- Leer je twee theorieën over taalverwerving en maak je aantekeningen.
- Lees je het verhaal over wolfskind Genie en beantwoord je de vragen.
- Werk je wat je hebt geleerd over taalverwerving uit in een informerende tekst. 

Slide 3 - Tekstslide

 Hoe leer je een taal?
Taalkundigen hebben natuurlijk onderzocht hoe iemand een taal leert. Maar ze zijn het niet echt met elkaar eens. 

Schatkist of papegaai?

Slide 4 - Tekstslide

Twee theorieën:
1. De papegaaitheorie: je leert een taal door de imiteren. 
Taalomgeving is heel belangrijk.

MAAR! Waarom maken kinderen dan taalfoutjes?

2. Schatkisttheorie: taalvermogen is aangeboren. 
Taalomgeving is niet belangrijk. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tekst: Het wolfskind Genie
1. Wat is een wolfskind?
2. Welke twee soorten wolfskinderen zijn er?
3. Onder welke omstandigheden kan een kind taal ontwikkelen?
4. Waar, in je hersenen, bevindt zich het taalvermogen?
5. Waarom kon Genie op een gegeven moment niks meer leren?
6. Welke conclusie kunnen we trekken uit het verhaal van Genie? Is taalvermogen aangeboren (schatkist) of aangeleerd (papegaai)? Leg je antwoord uit aan de hand van het verhaal van Genie. 
Neem de vragen over in je schrift en beantwoord de vragen op zo’n manier dat je de vraag niet hoef te lezen om het antwoord te begrijpen. Maak volledige en correct geformuleerde zinnen. 

Slide 7 - Tekstslide

TAALVERMOGEN WORDT GEZIEN ALS DE MOTOR, TAALOMGEVING MET INTERACTIE HOUDT DE MOTOR AAN DE GANG.​

Slide 8 - Tekstslide

Taalverwerving (informerende tekst)
Inleiding: Aandacht trekken + onderwerp introduceren + vraag te stellen (bijvoorbeeld: 'Hoe leert een kind taal?' of 'Hoe werkt taalverwerving?')
Middenstuk: (deelonderwerpen) 
1. papegaaientheorie 
2. schatkisttheorie 
3. Wolfskinderen (vragen over Genie)​

Slot: Conclusie. Geef antwoord op de vraag uit de inleiding. 

Slide 9 - Tekstslide

Schrijven = herschrijven
1. AANTEKENING​ (2 theorieën + vragen bij tekst)
2. KLAD VERSIE VAN JE TEKST SCHRIJVEN (MEERDERE VERSIES VOOR NODIG)​
3. NET VERSIE (HELEMAAL PERFECT + VULPEN UITGESCHREVEN)

Ik wil alle kladversies en netversies in je schrift zien!

Slide 10 - Tekstslide