In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
De woorden zijn qua vorm en klank hetzelfde, maar hebben een andere betekenis.
bal -> feest, rond voorwerpblik -> dun metaal, oogopslagwas -> wasgoed, vetachtige stof
Een woord dat hetzelfde klinkt, maar dat je anders schrijft en dat iets anders betekent.
hard - hart
wei - wij
Leiden - lijden
Zei - zij
ligt - licht