E + H + I

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Program for today
Homework check
I Grammar explanation
Recap
Time to work

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Modals (hulpwerkwoorden)
Modal verbs veranderen niet van vorm.
Na een modal verb, komt het hele werkwoord.
Welke hulpwerkwoorden heb je in het Engels:
  1. Can
  2. Could
  3. Should = advies geven / niet verplicht
  4. Have to = moeten / verplicht(en)

Slide 4 - Tekstslide

Modals (hulpwerkwoorden)
  1. I can go to the party. 
  2. They couldn't come to my house. 
  3. Should we watch this movie?

Het woord have to, is iets anders:
  • You have to write it down.
  • She has to take the bus. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Is this sentence correct?
She can comes to my house.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 7 - Quizvraag

Is this sentence correct?
You should mention this to your friend.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 8 - Quizvraag

Is this sentence correct?
I think she should gets some sleep.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 9 - Quizvraag

Is this sentence correct?
We has to take the dog for a walk.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

True or false?
De past continuous is een tijd in het verleden wat toen aan de gang was.
A
True
B
False

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste vorm om de past continuous te maken:
A
werkwoord + ed
B
was/were + werkwoord + ing

Slide 13 - Quizvraag

De langste gebeurtenis in een zin, is de past simple.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 14 - Quizvraag

Choose the correct form:
I ... in the snow, when he ... me.
A
played, was hitting
B
was playing, hit

Slide 15 - Quizvraag

Choose the correct form:
Jennifer ... in the park, when she ... .
A
walked, was falling
B
was walking, fell

Slide 16 - Quizvraag

Choose the correct form:
My mum ... into my room, when I ... my homework.
A
came, was doing
B
was coming, did

Slide 17 - Quizvraag

Choose the correct form:
I ... my head while I ... for my keys.
A
bumped, was searching
B
was bumping, searched

Slide 18 - Quizvraag

Give the correct translation:
blauw oog

Slide 19 - Open vraag

Give the correct translation:
loopneus

Slide 20 - Open vraag

Give the correct translation:
duizelig

Slide 21 - Open vraag

Give the correct translation:
pijnlijk

Slide 22 - Open vraag

Give the correct translation:
(to) rest

Slide 23 - Open vraag

Give the correct translation:
pale

Slide 24 - Open vraag

Give the correct translation:
waiting room

Slide 25 - Open vraag

To do
  • G Reading: 46, 47, 48 & 49
  • I Grammar: 59, 60 & 61

Slide 26 - Tekstslide