Les 1 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Lesdoelen bespreken
  • Stof doornemen
  • Stof herhalen 
  • Huiswerk opgeven & maken 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
  • Weet je wat het verschil is tussen bruto en nettoloon
  • Weet je wat het verschil is tussen een werkgever en werknemer
  • Weet je het verschil tussen een voltijdbaan en een deeltijdbaan
  • Kun je van week naar maand omrekenen

Slide 3 - Tekstslide

Bruto- en nettoloon
  • Brutoloon = afgesproken loon met werkgever
  • Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting - sociale premies)

  • TIP: BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON

Slide 4 - Tekstslide

€ ............
€ 400,-
€ 1200,-
€ 3000,-
Brutoloon
Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)

Slide 5 - Tekstslide

Werkgever en werknemer
Werkgever
Werknemer

Slide 6 - Tekstslide

Werkgever of werknemer
Werkgever --> De  baas

Werknemer --> Werkt voor de werkgever

Slide 7 - Tekstslide

Fulltime
= voltijdbaan

  • 36 uur of meer 

Parttime
= deeltijdbaan

  • minder dan een voltijdbaan

Slide 8 - Tekstslide

Van week naar maand en andersom
Week
Jaar
Maand
X 52
: 52
X 12
: 12

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen: Ik kan bedragen omrekenen van week, naar maand, naar jaar en omgekeerd.


  • Je krijgt € 5 zakgeld per week
  • Hoeveel krijg je dan per maand (reken maar even uit...)

Slide 10 - Tekstslide

Wat is nettoloon
A
het zelfde als brutoloon
B
hoger dan het brutoloon
C
Lager dan het brutoloon

Slide 11 - Quizvraag

Nettoloon is ..... dan brutoloon
A
hoger
B
lager

Slide 12 - Quizvraag

welke volgorde is correct
A
advertentie, solliciteren, sollicitatiegesprek, werk
B
werk, solliciteren, sollicitatiegesprek, advertentie
C
sollicitatiegesprek, solliciteren, werk advertentie
D
solliciteren, werk, advertentie, sollicitatiegesprek

Slide 13 - Quizvraag

De buurman werkt 38 uur als vrachtwagenchauffeur
A
voltijdbaan
B
deeltijdbaan

Slide 14 - Quizvraag

Karel werkt 32 uur bij een kapperszaak
A
voltijdbaan
B
deeltijdbaan

Slide 15 - Quizvraag

Een deeltijdbaan heet ook wel.
A
tijdelijke baan
B
vaste baan
C
fulltimebaan
D
parttimebaan

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een manager
A
Werknemer
B
Werkgever

Slide 17 - Quizvraag

Pieter is leraar economie...
A
werkgever
B
werknemer

Slide 18 - Quizvraag

Hans heeft een klusbedrijf ...
A
werkgever
B
werknemer

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een vacature is een manier om te solliciteren
B
Een vacature is een baan die niet meer beschikbaar is
C
Een vacature is een baan die vrij is
D
Een vacature is een manier om te solliciteren

Slide 20 - Quizvraag

Welke formule gebruiken we bij het omrekenen van week naar maand?
A
bedrag x 12 : 52
B
bedrag x 52 : 12
C
bedrag : 12 x 52
D
bedrag : 52 x 12

Slide 21 - Quizvraag

Afsluiting
Ga aan de slag met de opdrachten op blz. 98. Als je die af hebt dan maak je er een foto van en die stuur je in teams.

Leer alvast de begrippen op blz. 99 via Quizlet (de link staat bij het huiswerk van morgen).

Slide 22 - Tekstslide