In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 1
Terugblik op alle stof
en vooruitblik naar de toetsweek
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
je kent de verschillende waarden van geld
je kunt omrekenenen met valuta en periodes
je hebt een beeld van wat er in de toets belangrijk is
Slide 2 - Tekstslide
Lesopbouw
terugblik op vorige les (10)
rekenen met valuta + valutaspel (20)
de begroting + opgave maken (1.5) (10)
uitleg over de toets (5)
de waarde van geld (10)
oefentoets 1.1-1.4 (20)
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaat
Je houd je aan de schoolregels (kauwgom, tas, telefoon etc)
Als iemand anders het woord heeft, ben je stil #respect
Je hebt altijd bij je:
opgeladen laptop
pen
papier
boek
rekenmachine
Slide 4 - Tekstslide
En dit kan beter...
Houd je aan de schoolregels (kauwgom, telefoon etc.)
Als iemand anders het woord heeft, ben je stil #respect
Je leest je mail: als ik de klas mail, ga ik ervan uit dat je dat gelezen hebt.
Malmberg: niet zichtbaar voor mij = spullen vergeten in Magister
Slide 5 - Tekstslide
En dit kan beter...
5. Huiswerk:
niet (goed) ingeleverd / zichtbaar online = niet gemaakt
niet (volledig) gemaakt = notitie in magister
leeswerk = zonder vooraf lezen kun je in de les niet meedoen
eigen verantwoordelijkheid: ik ga er niet meer achteraan, maar kijk er wel naar en registreer alles netjes
Slide 6 - Tekstslide
Wat weten jullie nog?
Wat weten jullie nog?
Slide 7 - Tekstslide
Terugblik: weten jullie nog...
Arbeidsproductiviteit
Arbeidsverdeling
Schaalvergroting
Big Mac index
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
0
Slide 10 - Video
Je hebt een reis gewonnen en mag iemand meenemen naar een stad naar keuze in Europa. Alles is verzorgd: vlucht, hotel, etc.
Je bent gek op Big Macs en neemt 20 euro mee om er voor allebei eentje te kunnen kopen als je bent geland. Voor vertrek wissel je de 20 euro om in vreemde valuta, en als je weer terug bent wissel je wat je over hebt weer om naar euro's.
Je hebt dus 20 euro op zak
Je wisselt bij het GWK
Een Big Mac kost:
43,78 kr (Stockholm, Zweden)
£ 4,10 (Londen, Engeland)
CHF 5,50 (Zürich, Zwitserland)
Hoeveel euro heb daarna over?
1) hoeveel big macs kun je kopen?
2) hoeveel geld houd je over na het terugwisselen
Slide 11 - Tekstslide
Hoeveel € houden jullie over?
Met z'n tweeën
Eén van jullie noemt na 10 min één bedrag
Rij 1 Rij 2 Rij 3
kroon (kr) pond (£) franc (CHF)
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
Bedenk altijd eerst de juiste stappen naar het antwoord!
Slide 13 - Tekstslide
4 waardes van geld
INTRINSIEKE waarde
de materiaalwaarde van het geld (papier / inkt / metaal)
INTERNE waarde
wat je ermee kunt kopen aan goederen / diensten
NOMINALE waarde
de waarde die we hebben afgesproken; het bedrag dat erop staat
EXTERNE waarde
hoeveel het waard is in het buitenland; hoeveel vreemde valuta je ervoor krijgt
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven noemen we een BEGROTING
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Rekenen tussen periodes
Jaar
Kwartaal
Maand
Dag
Week
x365
:365
:4
x4
:12 x12
x52 :52
Slide 18 - Tekstslide
Over de toetsweek
Besloten om 1 paragraaf minder te doen. H1 + H2 par 1 en 2
terminologie
grafieken kunnen lezen (ik zie, ik weet, DUS ...)
omrekenen: valuta, periodes, percentages
oorzaak > gevolg en interpretatie van bronnen
kennis toepassen op (onbekende) situaties
Belangrijk: goed lezen, zorgvuldig werken, logisch nadenken
WETEN
KUNNEN
KUNNEN
SNAPPEN
COMBINEREN
Slide 19 - Tekstslide
Over de toetsweek
Denk aan je rekenmachine
Dit geldt ook in de les: we kunnen een oefentoets doen zonder laptop en dan heb je die nodig