H4.3 Lezen les 2

Welkom in deze les!




(Pak je leesboek)      Leg je                                                     spullen klaar





Geen telefoon         IPad dicht
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom in deze les!




(Pak je leesboek)      Leg je                                                     spullen klaar





Geen telefoon         IPad dicht

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • 4.3 lezen: bespreken opdr. 3,4,5,6
  • uitleg tekstverbanden: middel-doel en voorwaardelijk
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3 Lezen
  • Ik kan een activerende tekst herkennen.
  • Ik kan beeld en opmaak in teksten herkennen.
  • Ik kan het tekstverband middel en doel herkennen.
  • Ik kan het voorwaardelijk tekstverband herkennen. 

Slide 3 - Tekstslide

hoe zat het ook alweer?

Slide 4 - Tekstslide

Een oproep is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 5 - Quizvraag

Een handleiding is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 6 - Quizvraag

Een boekbespreking is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 7 - Quizvraag

Een folder is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 8 - Quizvraag

Om warm te blijven,
doe ik een muts op.
A
middel= muts doel= warm blijven
B
middel= warm blijven doel= muts

Slide 9 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een middel waarmee je een doel bereikt?

Slide 10 - Open vraag

Ik oefen extra om te voorkomen dat ik een onvoldoende krijg.
A
middel = extra oefenen doel = geen onvoldoende
B
middel = geen onvoldoende doel = extra oefenen

Slide 11 - Quizvraag

Het tekstverband voor doel – middel herken je aan:
om ... te, 
daarmee, 
waarmee, 
opdat

Slide 12 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een voorwaarde om iets te gaan doen.

Slide 13 - Open vraag

Als je nu meteen vertrekt,
haal je de bus nog.
Wat is de voorwaarde?
A
meteen vertrekken
B
de bus halen

Slide 14 - Quizvraag

Wij gaan morgen naar het museum, mits het mooi weer is.
Wat is de voorwaarde?
A
naar het museum
B
mooi weer

Slide 15 - Quizvraag

Voorwaardelijk verband herken je aan:


als, wanneer, 
indien, mits, 
tenzij, op voorwaarde dat

Slide 16 - Tekstslide

Werkmoment
  • Maken van 4.3 lezen: 12 tot en met 17.
  • Dit is de volgende les af.
  • Werk samen waar dat kan.
  • Je mag muziek luisteren.
  • Ik loop rond voor vragen.
  • Ben je klaar dan kun je werken aan de schrijfopdracht

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
  • Bedenk een voorbeeld van een voorwaardelijk verband
  • Voor de volgende les is af 4.3 lezen: 12 t/m 17
Wat weet je nog?

Slide 18 - Tekstslide