H4.3 Lezen les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Leerdoelen 4.3 Lezen

• Ik kan een activerende tekst herkennen.
• Ik kan beeld en opmaak in teksten herkennen.
• Ik kan het tekstverband middel en doel herkennen.
• Ik kan het voorwaardelijk tekstverband herkennen. 

Een reclame is een ...

1. informatieve tekst
2. betogende tekst
3. activerende tekst
4. amuserende tekst

Een handleiding is een ...

1. informatieve tekst
2. betogende tekst
3. activerende tekst
4. amuserende tekst

Een boekbespreking is een ...

1. informatieve tekst
2. betogende tekst
3. activerende tekst
4. amuserende tekst

Om warm te blijven,
doe ik een muts op.

1. middel= muts doel= warm blijven
2. middel= warm blijven doel= muts

Ik oefen extra om te voorkomen dat ik een onvoldoende krijg.

1. middel = extra oefenen doel = geen onvoldoende
2. middel = geen onvoldoende doel = extra oefenen

Geef een voorbeeld van een middel waarmee je een doel bereikt?

Het tekstverband voor doel – middel herken je aan:

om ... te, 

daarmee, 

waarmee, 

opdat

Als je nu meteen vertrekt,
haal je de bus nog.
Wat is de voorwaarde?

1. meteen vertrekken
2. de bus halen

Wij gaan morgen naar het museum, mits het mooi weer is.
Wat is de voorwaarde?

1. naar het museum
2. mooi weer

Geef een voorbeeld van een voorwaarde om iets te gaan doen.

Voorwaardelijk verband herken je aan:

als, wanneer, 

indien, mits, 

tenzij, op voorwaarde dat

Werkmoment

• Maken van 4.3 lezen: 12 tot en met 17.
  
• Dit is de volgende les af.
• Werk samen waar dat kan.
• Je mag muziek luisteren.
• Ik loop rond voor vragen.
• Ben je klaar dan kun je werken aan de schrijfopdracht

Afsluiting

• Bedenk een voorbeeld van een voorwaardelijk verband
• Voor de volgende les is af 4.3 lezen: 12 t/m 17

Wat weet je nog?