3a. Les en leiding geven

Tekst
Ondersteunen bij sport en bewegingsactiviteiten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Tekst
Ondersteunen bij sport en bewegingsactiviteiten

Slide 1 - Tekstslide

Les en leiding geven

Slide 2 - Tekstslide

doel van de les
- je weet waar je op moet letten als je zelf les gaat geven 
- je kunt je eigen les voorbereiding maken 

Slide 3 - Tekstslide

Waar moet je aan denken als je zelf les gaat geven?

Slide 4 - Woordweb

begrippenlijst les en leidinggeven
communicatie: uitwisseling van infor,atie waarbij altijd contact is tussen twee of meerdere personen. 

verbale communicatie: alle communicatie via taal (een gesprek, een telefoongesprek, een e-mail)

non-verbale communicatie: alle overdracht van informatie die niet via taal verloopt. bijvoorbeeld je gezichtsuitdrukking, gebruik van je handen en je lichaamshouding. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Welke emotie zie je hier?

Slide 7 - Open vraag

Welke emotie zie je hier?

Slide 8 - Open vraag

Wat zie je hier?

Slide 9 - Open vraag

Goed les geven
  1. Hoe geef je informatie
  2. Ben je zelf enthousiast
  3. Loop je goed rond en geef je tips/verbeter je fouten
  4. Kunnen we je goed verstaan

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoe geef je informatie

Praatje - plaatje - daadje
1. Leg uit wat je wil

2. Laat zien hoe je het wil (voorbeeld)

3. Aan de slag!

Slide 12 - Tekstslide

Kan iedereen jou goed horen?

positie:

  • Als je les geeft moet je altijd al jouw deelnemers kunnen zien.
  • Zorg ook dat iedereen dichtbij is zodat je niet hoeft te schreeuwen. 


Spreken:

  • Articuleer duidelijk.
  • Probeer zo goed mogelijk mooi Nederlands te praten.


Slide 13 - Tekstslide

Tot slot: Geef het goede voorbeeld
  • Kom op tijd
  • Zie er netjes en verzorgd uit
  • Zorg dat je je deelnemers kent
  • Zorg dat je de lesstof kent
  • Doe geen dingen die jouw deelnemers ook niet mogen (bijvoorbeeld kauwgom kauwen, lange haren los, spullen verkeerd gebruiken)

Slide 14 - Tekstslide

De uitleg tip is:
Plaatje - Praatje - Daadje
A
Juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Praatje - plaatje - daadje betekend:
Eerst uitleggen, dan een voorbeeld geven, dan aan de slag
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Het voorbeeld moet je altijd zelf geven
A
ja, jij bent de docent
B
Ja, leerlingen kunnen het nooit
C
nee, sommige leerlingen kunnen een heel mooi voorbeeld geven

Slide 17 - Quizvraag

De beste uitleg geef je door:
A
hard te schreeuwen
B
Iedereen van ver weg toe te spreken
C
Iedereen dichtbij te vragen en normaal te praten
D
Met je rug naar de groep

Slide 18 - Quizvraag

Opdracht: Zelf les geven
  • Je mag in 2-tal werken
  • Je mag zelf kiezen wat je wil geven. Het moet wel uitvoerbaar zijn in onze sporthal.
  • Jouw les moet 20 tot 30 minuten duren.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Als ik les moet geven zijn deze dingen belangrijk:

Slide 21 - Open vraag