unit quiz

Quiz Nederland Waterland
en Den Haag Hofstad geen hoofdstad
en trivia
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Quiz Nederland Waterland
en Den Haag Hofstad geen hoofdstad
en trivia

Slide 1 - Tekstslide


NAP staat voor...
A
Nederland Amsterdams Peil
B
Normaal Amsterdams Peil
C
Noord Amsterdams Peil
D
Nederland Amsterdams Plek

Slide 2 - Quizvraag

Schuif deze tekst naar de provincie waar het hoogste punt van Nederland ligt.
Schuif deze tekst naar de provincie waar het laagste punt van Nederland ligt.

Slide 3 - Sleepvraag

Wat voor soorten beschermingen gebruiken wij in Nederland om het water tegen te houden?

Slide 4 - Woordweb


A
Baby geboren
B
Trouwfeest
C
Begrafenis
D
Verjaardag

Slide 5 - Quizvraag


A
Sinterklaas
B
Kerst
C
Pasen
D
Carnaval

Slide 6 - Quizvraag


A
Zanger
B
Minister
C
oude minister-president

Slide 7 - Quizvraag


A
75
B
100
C
120
D
150

Slide 8 - Quizvraag


A
Trein
B
Bus
C
Vliegtuig
D
Boot

Slide 9 - Quizvraag


A
Minister-president
B
Koningin
C
Burgemeester
D
Zangeres

Slide 10 - Quizvraag


A
Rutte
B
Wilders
C
Trump
D
Biden

Slide 11 - Quizvraag

In welke stad zit het parlement van Nederland?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
C
Den Haag
D
Utrecht

Slide 12 - Quizvraag

Welk dier vormt het symbool van Nederland?
A
Een hond
B
Een kat
C
Een leeuw
D
Een olifant

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
8
B
12
C
10
D
15

Slide 14 - Quizvraag


A
Auto's
B
Autos
C
Auto'en
D
Autoon

Slide 15 - Quizvraag


A
Dochterz
B
Dochteren
C
Dochters
D
Dochter

Slide 16 - Quizvraag


A
Huize
B
Huizen
C
Huise
D
Huisen

Slide 17 - Quizvraag



Werkwoorden: voltooid deelwoord

Slide 18 - Tekstslide

Wat bedoelen we met de STAM van een werkwoord?
A
Het hele werkwoord minus en
B
persoonsvorm tegenwoordige tijd
C
PV verleden tijd
D
Voltooid deelwoord

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf de juiste vorm op:
Kees (branden) zijn vingers aan de pan

Slide 20 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord op.
Ik heb heel hard ....(rennen)

Slide 21 - Open vraag

Wat is goed:
Hij heeft mij een nieuwe jas ( beloven)
A
gebeloofd
B
belooft
C
beloofd
D
geloofd

Slide 22 - Quizvraag


Hij heeft mij een spannend verhaal... (vertellen)
A
vertelt
B
verteld
C
gevertelt
D
geverteld

Slide 23 - Quizvraag

Ik heb heel lang (geloven) dat kabouters bestaan.
A
geloofd
B
gelooft
C
geloven
D
geloofde

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Wat is dit?
A
een kaart van Nederland
B
een kaart van de Beemster
C
een kaart van de zeebodem
D
een kaart van Noord-Holland

Slide 26 - Quizvraag

Waarom werd de Beemster polder gemaakt?
A
om meer koeien te laten grazen
B
om geld te verdienen
C
om het land te beschermen tegen overstromingen
D
om te vissen

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer is de Beemster drooggemalen?

Slide 28 - Sleepvraag

Het meer De Beemster was een bedreiging geworden.
In de 12de en 13de eeuw was veel veen (een soort brandstof) afgegraven en hierdoor ontstond een groot meer. Dit grote meer werd steeds gevaarlijker.

Slide 29 - Tekstslide

Waarvoor werd het extra land gebruikt?
A
Huizen bouwen
B
Fabrieken bouwen
C
Recreatie
D
Voedsel verbouwen

Slide 30 - Quizvraag

Welke grote stad in de buurt van De Beemster had voedsel nodig?
Gebruik Google Maps.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Kaart

Waarom had deze stad voedsel nodig?

Slide 33 - Open vraag

Wat gebeurde eerst en wat daarna?
Handel in kruiden en specerijen
Amsterdam groeit
Amsterdam heeft voedsel nodig
De Beemster werd ingepolderd

Slide 34 - Sleepvraag

Land is meer waard dan water
waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Vierkanten
Verdeelt in rechthoeken

Slide 36 - Tekstslide