luistertoets 14/4 en reflectie unit NL waterland

luistertoets en reflectie unit NL waterland

Luistertoets

Mete, Benjamin en Siyona-jullie doen morgen bij mevr Barends de HL luistertoets. Jullie mogen buiten het lokaal oefenen (luisteroefening en woordenlijst staan in Lesson Up)

SL: 45 min luistertoets

docs.google.com

Quiz Nederland Waterland

NAP staat voor...

1. Nederland Amsterdams Peil
2. Normaal Amsterdams Peil
3. Noord Amsterdams Peil
4. Nederland Amsterdams Plek

Schuif deze tekst naar de provincie waar het hoogste punt van Nederland ligt.

Schuif deze tekst naar de provincie waar het laagste punt van Nederland ligt.

Wat voor soorten beschermingen gebruiken wij in Nederland om het water tegen te houden?

Werkwoorden: voltooid deelwoord

Schrijf de juiste vorm op:
Kees (branden) zijn vingers aan de pan

Schrijf het voltooid deelwoord op.
Ik heb heel hard ....(rennen)

Wat is goed:
Hij heeft mij een nieuwe jas ( beloven)

1. gebeloofd
2. belooft
3. beloofd
4. geloofd

Hij heeft mij een spannend verhaal... (vertellen)

1. vertelt
2. verteld
3. gevertelt
4. geverteld

Ik heb heel lang (geloven) dat kabouters bestaan.

1. geloofd
2. gelooft
3. geloven
4. geloofde

Wat is dit?

1. een kaart van Nederland
2. een kaart van de Beemster
3. een kaart van de zeebodem
4. een kaart van Noord-Holland

Waarom werd de Beemster polder gemaakt?

1. om meer koeien te laten grazen
2. om geld te verdienen
3. om het land te beschermen tegen overstromingen
4. om te vissen

Wanneer is de Beemster drooggemalen?

Het meer De Beemster was een bedreiging geworden.

In de 12de en 13de eeuw was veel veen (een soort brandstof) afgegraven en hierdoor ontstond een groot meer. Dit grote meer werd steeds gevaarlijker.

Waarvoor werd het extra land gebruikt?

1. Huizen bouwen
2. Fabrieken bouwen
3. Recreatie
4. Voedsel verbouwen

Welke grote stad in de buurt van De Beemster had voedsel nodig?
Gebruik Google Maps.

Waarom had deze stad voedsel nodig?

Wat gebeurde eerst en wat daarna?

Handel in kruiden en specerijen

Amsterdam groeit

Amsterdam heeft voedsel nodig

De Beemster werd ingepolderd

Land is meer waard dan water
waar of niet waar?

1. waar
2. niet waar