29 november

29 november
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

29 november

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 
timer
30:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Lezen
Herhaling
Opdrachten 
Pauze
Disk
Spreken
Schrijven

Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

(volgorde)
een muis - waarom - is - bang - voor een kat

Slide 4 - Open vraag

(volgorde)
hij - gisteren - heeft - gekocht - een broek

Slide 5 - Open vraag

Maak af ..
lief - liever -

Slide 6 - Open vraag

Hoog - ... - .....

Slide 7 - Open vraag

De man (niezen v.t.) zo hard, dat mijn oren pijn deden.

Slide 8 - Open vraag

Waarom (denken v.t.) jij daar niet aan?
A
denkte
B
denkde
C
dacht
D
dachte

Slide 9 - Quizvraag

Die pen is van hem. Dat is ... pen.

Slide 10 - Open vraag

De kat heeft een mand waarin hij slaapt. Het is .... mand.

Slide 11 - Open vraag

Wij hebben een gaaf huis gekocht. Het is .... huis.

Slide 12 - Open vraag

Wat gaan we vandaag leren?
  • Je gaat leren wie Sinterklaas is.
  • Je gaat leren waarom we Sinterklaas vieren. 
  • Je gaat leren wat we met Sinterklaas doen. 
  • Je gaat een elfje maken (klein gedicht)

Slide 13 - Tekstslide

SINTERKLAAS

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat heeft Sinterklaas in zijn hand?
A
een mobieltje
B
een staf
C
een pepernoot
D
een paraplu

Slide 16 - Quizvraag

kruidnoten

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat brengt Sinterklaas op 5 december?
A
een wortel
B
een chocoladeletter

Slide 19 - Quizvraag

Welke kleine koekjes eten we met Sinterklaas?
A
perpernoten
B
chocola

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Op welke dag is Sinterklaas jarig?
A
5 november
B
5 december
C
15 december

Slide 22 - Quizvraag

Uit welk land komt Sinterklaas?

Slide 23 - Open vraag

Hoe komt Sinterklaas naar Nederland?
A
met het vliegtuig
B
met de trein
C
met de boot
D
op zijn paard

Slide 24 - Quizvraag

Wat neemt Sinterklaas mee uit Spanje?
A
cadeautjes
B
chocoladeletters
C
pepernoten
D
zijn paard

Slide 25 - Quizvraag

Wat doen kinderen in hun schoen voor het paard?
A
een koekje
B
een boterham
C
een wortel
D
een appel

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een geheim?
A
iets wat iedereen weet
B
iets wat niemand mag weten

Slide 27 - Quizvraag

Vul de schoenen met het juiste cadeautje

Slide 28 - Sleepvraag

Welke dag is pakjesavond?
A
1 december
B
5 december
C
6 december
D
25 december

Slide 29 - Quizvraag

Sinterklaas

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Link

Wat kan je vertellen over het jeugdjournaal?

Slide 32 - Tekstslide

Maak de opdrachten
Klaar?
Diglin, Disk, Lowan

Slide 33 - Tekstslide