Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verwijswoorden
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
1 / 15
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 1 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 2 - Quizvraag
Formuleren (verwijswoorden)
''Ik heb een oude fiets, maar … rijdt nog goed.''
A
dat
B
dit
C
hem
D
die
Slide 3 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 4 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'het kind'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 5 - Quizvraag
De verwijswoorden: "het/zijn"
verwijzen naar....
A
een "het" woord
B
een "de" woord
Slide 6 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'het kind'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 7 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 8 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'auto'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 9 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'leerling'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 10 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'volk'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 11 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'de verloting'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 12 - Quizvraag
De kinderen gaan zometeen hard aan het werk. Ze hebben geleerd hoe ze verwijswoorden kunnen herkennen en toepassen in een zin.
Waar verwijst “ze” naar?
A
De kinderen
B
de juf
C
Werk
D
Verwijswoorden
Slide 13 - Quizvraag
Formuleren (verwijswoorden)
''Je moet even doorfietsen naar de volgende pinautomaat, want ... hier doet het niet.''
A
het
B
dit
C
dat
D
deze
Slide 14 - Quizvraag
Je kunt nu:
De goede verwijswoorden gebruiken
Volgende toets gaat het vast beter nu!
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Verwijswoorden
Mei 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
Mei 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
Oktober 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
Maart 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
Oktober 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Les 24 -C6 Formuleren §2 (2)
November 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Verwijswoorden
Oktober 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Verwijswoorden
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3