In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Deze situatie gebeurt heel vaak en gepland.
Doel: grapje uithalen
Deze situatie gebeurt heel spontaan
Doel: bewust kwetsen
Doel: eigen gelijk halen
Deze situatie gebeurt soms en onverwacht.
Ik vind dit oké, het stopt als ik erom vraag
Ik vind dit constructief, ik kom op voor mijn eigen mening
Ik vind dit niet oké, het veroorzaakt lichamelijke en psychologische pijn
Plagen
Pesten
Ruzie maken
Slide 8 - Sleepvraag
Plagen is speels en leuk voor alle partijen. Plagen gebeurt vaak uit vriendschap en stopt onmiddellijk wanneer de geplaagde persoon dat wil.
Slide 9 - Tekstslide
Pesten is kwetsend en niet leuk voor één van de betrokken partijen. De pester valt steeds dezelfde persoon lastig. De pester is meestal mentaal sterker dan de gepeste en wil bewust kwetsen, zelfs wanneer de gepeste persoon vraagt om te stoppen.
Slide 10 - Tekstslide
Ruzie maken heeft te maken met een meningsverschil dat verder uit de hand loopt. Je wil in een bepaalde situatie opkomen voor je eigen mening en je gelijk halen.
Slide 11 - Tekstslide
Oefening 1
Geef bij de casus aan of het gaat over
PESTEN,
PLAGEN of
RUZIE MAKEN
Slide 12 - Tekstslide
Quinten wordt iedere dag aan de schoolpoort opgewacht door twee kinderen van zijn klas. Ze nemen zijn rugzak en brooddoos af. Omstaanders lachen hem uit.
A
Pesten
B
Plagen
C
Ruzie maken
Slide 13 - Quizvraag
Tuur draagt een bril. Toen hij gisteren aan het voetballen was met zijn vrienden, schopte hij volledig naast de bal. Zijn vriend en ploegmaat Stan vroeg: ‘oei, heb je misschien een tweede bril nodig.
A
Pesten
B
Plagen
C
Ruzie maken
Slide 14 - Quizvraag
Marie en Julie gaan samen naar de cinema. Marie wil niet naar de Barbie film gaan kijken. Dat vind ze echt kinderachtig. Julie wil niet naar de film van spiderman gaan zien. Ze haat die superheldenfilms. Julie gaat op een bankje zitten mokken en roept naar Marie: ‘als jij je zin niet krijgt, dan ben je echt een stomme trut.’
A
Pesten
B
Plagen
C
Ruzie maken
Slide 15 - Quizvraag
Febe heeft een oranje jas aan. Haar mama gaat naar haar toe en zegt: ‘Dag mijn appelsientje, je ziet er zo oranje uit vandaag’.
A
Pesten
B
Plagen
C
Ruzie maken
Slide 16 - Quizvraag
Jarno ziet er iedere morgen tegenop om naar school te gaan. Hij zegt dat enkele klasgenoten al wekenlang iedere middag zijn jas verstoppen en er water overheen gooien.
A
Pesten
B
Plagen
C
Ruzie maken
Slide 17 - Quizvraag
Bart en Els zijn broer en zus. Ze spelen samen geregeld op de playstation. Wanneer Els wint wordt Bart boos en knijpt zijn zus hard in de bovenarm.
A
Pesten
B
Plagen
C
Ruzie maken
Slide 18 - Quizvraag
Er zijn vele vormen van pesten.
We maken een indeling in vijf categorieën.
Slide 19 - Tekstslide
Categorieën van pesten
Slide 20 - Woordweb
Verbaal pesten
Pesten met woorden. Pestkoppen die verbaal pesten zijn vaak sterk met woorden, terwijl hun doelwit dit juist vaak niet is.
Slide 21 - Tekstslide
Fysiek pesten
Dit is een vorm van pesten waarbij het doelwit fysiek aangevallen wordt.
Slide 22 - Tekstslide
Materieel pesten
Dit is een vorm van pesten waarbij spullen van het doelwit worden gestolen, kapotgemaakt of afgepakt door de pester.
Slide 23 - Tekstslide
Relationeel pesten
Bij relationeel pesten is het doelwit als het ware ‘het zwarte schaap’ van de groep. Er wordt over hem geroddeld, zijn reputatie wordt beschadigd, hij wordt buitengesloten.
Slide 24 - Tekstslide
Cyberpesten
Pesterijen die online plaatsvinden, bijvoorbeeld via social media.
Slide 25 - Tekstslide
Oefening 2
Geef bij de casus aan om welke categorie van pesten het gaat.
* Verbaal pesten
* Fysiek pesten
* Materieel pesten
* Relationeel pesten
* Cyberpesten
Slide 26 - Tekstslide
Jan heeft een nieuwe school sinds september. Zijn medeleerlingen praten niet met hem tijdens de pauzes en als hij probeert mee te doen met groepswerk, wordt hij genegeerd
A
Verbaal pesten
B
Materieel pesten
C
Relationeel pesten
D
Fysiek pesten
Slide 27 - Quizvraag
Mike wordt al een tijdje gepest door een groepje jongens uit zijn klas. Ze duwen hem vaak tegen de muur en trekken aan zijn haren. Mike is bang om naar school te gaan en durft er niet met zijn ouders over te praten.
A
Verbaal pesten
B
Fysiek pesten
C
Materieel pesten
D
Cyberpesten
Slide 28 - Quizvraag
Tom wordt vaak uitgescholden door een paar jongens uit zijn klas. Ze maken kwetsende opmerkingen over zijn uiterlijk en zijn afkomst. Tom voelt zich erg rot door het pestgedrag van de jongens
A
Materieel pesten
B
Relationeel pesten
C
Fysiek pesten
D
Verbaal pesten
Slide 29 - Quizvraag
Lisa wordt regelmatig lastiggevallen door een paar jongens uit haar klas. Ze gooien haar spullen door de klas en maken haar pennen stuk. Lisa is bang om naar school te gaan en durft hier niet met haar leerkracht over te praten.
A
Verbaal pesten
B
Fysiek pesten
C
Relationeel pesten
D
Materieel pesten
Slide 30 - Quizvraag
Jasper krijgt regelmatig gemene berichten via social media van een paar klasgenoten. Ze maken kwetsende opmerkingen over zijn uiterlijk en zijn interesses. Jasper voelt zich erg rot en weet niet goed wat hij hiermee moet doen.